5
|
Functie
5.3.1 Het systeem starten/stoppen en de temperatuur instellen
5.4 Luchtstroomsnelheid
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
20
Instelling
Ventilator
Bijkomende informatie:
▪
Buitentemperatuur. Het koel- of verwarmingsvermogen van het systeem neemt
af bij een te hoge, respectievelijk te lage buitentemperatuur.
▪
Ontdooien. Bij het verwarmen kan er ijs worden gevormd op de buitenunit,
waardoor het verwarmingsvermogen afneemt. In dat geval schakelt het systeem
automatisch over naar ontdooien om het ijs te verwijderen. Bij het ontdooien
blaast de binnenunit GEEN warme lucht uit.
▪
Vochtigheidssensor. Regel de vochtigheid door ze tijdens het koelen te verlagen.
1 Druk één of meerdere keren op
Gevolg: De stand wordt als volgt ingesteld:
2 Druk op
om te starten.
Gevolg:
en de geselecteerde stand worden op het scherm weergegeven.
3 Druk één of meerdere keren op
te verhogen.
Koelen
Verwarmen
18~32°C
10~30°C
Opmerking: In de droogstand of de stand alleen ventilator kan de temperatuur
niet worden ingesteld.
4 Druk op
om te stoppen.
Gevolg:
verdwijnt van het scherm. Het bedrijfslampje wordt gedoofd.
1 Druk op
om te selecteren:
5 luchtstroomsnelheden, van " " tot " "
Het systeem regelt alleen de luchtstroom
(luchtstroomsnelheid en uitblaasrichting).
Het systeem regelt de temperatuur NIET.
: De unit draait.
: Bedrijfsstand = Automatisch
: Bedrijfsstand = Drogen
: Bedrijfsstand = Koelen
: Bedrijfsstand = Verwarmen
: Bedrijfsstand = Alleen ventilator
: Geeft de ingestelde temperatuur weer.
om de bedrijfsstand te selecteren.
of
om de temperatuur te verlagen of
Automatisch
18~30°C
Beschrijving
Drogen of alleen
ventileren
—
CTXA15+FTXA25~50(A)(B)2V1B(W)(S)(T)(B)
Daikin kamerairconditioner
4P518786-1F – 2020.05