Brandstof mengen
PAS OP!
Deze motor is uitsluitend geschikt
voor een 50:1 mengsel van ongelode
benzine en 2-takt olie.
Sommige benzines bevatten alcohol
als oxidant! Dit soort brandstof kan
een hogere bedrijfstemperatuur
veroorzaken. Onder bepaalde
omstandigheden kunnen
brandstoffen op alcoholbasis ook
de smeereigenschappen van de
mengolie verminderen. Gebruik
nooit brandstof die meer dan 10%
alcohol bevat! Als brandstof met een
oxideermiddel moet worden gebruikt,
verdient een brandstof met MTBE de
voorkeur boven een met alcohol.
Generieke olie en olie voor bepaalde
buitenboordmotoren is mogelijk
ongeschikt voor toepassing in
luchtgekoelde high-performance
2-takt motoren, en mag nooit worden
gebruikt in uw Shindaiwa motor!
Het brandstofmengsel bestaat uit
■
benzine en 2-takt motorolie met een
mengverhouding van 50:1.
Gebruik uitsluitend nieuwe,
■
schone, ongelode benzine met een
octaangehalte van 87 of hoger.
BELANGRIJK!
Meng niet meer brandstof dan
u direct nodig hebt! Brandstof
die langer dan 30 dagen
wordt opgeslagen, moet eerst
behandeld worden met een
stabiliseringsmiddel zoals
STA-BIL™.
Brandstoftank vullen
WAARSCHUWING!
Beperk de kans op brand!
Wees uiterst voorzichtig met
■
brandstof want brandstof is zeer
brandbaar!
Laat de motor altijd eerst afkoelen
■
voordat brandstof wordt bijgevuld!
Veeg eventueel gemorste
■
brandstof af en loop ten minste
3 meter weg van het punt waar
u de brandstof hebt bijgevuld
voordat u de motor opnieuw start!
In de buurt van de eenheid of van
■
brandstof zijn roken en open vuur
verboden!
Plaats nooit brandbare stoffen in
■
de buurt van de demper!
Gebruik de eenheid nooit zonder
■
dat de demper op zijn plaats zit en
goed werkt!
Gebruik de eenheid nooit
■
als er onderdelen van het
brandstofsysteem beschadigd zijn
of lekken.
WAARSCHUWING!
Let er op geen
brandstofdampen in te
ademen want deze zijn giftig!
1. Zet de eenheid op een vlakke
ondergrond.
2. Verwijder alle vuil en resten van en
rond de brandstofdop.
3. Verwijder de brandstofdop
voorzichtig, en vul de brandstoftank
met een schoon, nieuw
brandstofmengsel.
4. Plaats de dop terug en draai deze goed
vast.
5. Veeg eventueel gemorste brandstof
van de aandrijfeenheid voordat de
motor wordt gestart.
7