Diagnose
Slechte acceleratie.
Motor stopt abrupt.
Motor slaat moeilijk af.
Maaiaccessoire draait bij stationair
draaiende motor.
Motor keert niet terug naar stationair toe-
rental.
Overmatige trillingen.
Maaiaccessoire beweegt niet
Onderhoud en verzorging
Andere problemen
Oorzaak
Verstopt luchtfilter.
Verstopt brandstoffilter.
Arm brandstof-/luchtmengsel.
Stationair toerental te laag in-
gesteld.
Schakelaar uitgeschakeld.
Brandstoftank leeg.
Verstopt brandstoffilter.
Water in de brandstof.
Kortgesloten bougie of losse
aansluiting.
Defecte ontsteking.
Zuiger vastgelopen.
Massadraad (voor stoppen) is
losgekoppeld of schakelaar is
defect.
Oververhitting door onjuiste
bougie.
Motor oververhit.
Stationair motortoerental te
hoog.
Gebroken koppelingsveer of
uitgeslagen veerkraag.
Accessoirehouder los.
Stationair motortoerental te
hoog.
Motor heeft luchtlekkage.
Kromgetrokken of beschadigd
maaiaccessoire.
Tandwielkast los.
Verbogen hoofdas / versleten
of beschadigde bussen.
As niet goed aangebracht in
krachtbron of tandwielkast
Aandrijfas gebroken.
Tandwielkast beschadigd.
31
Oplossing
Reinig het luchtfilter.
Vervang het brandstoffilter.
Raadpleeg uw dealer
Afstellen.
Reset de schakelaar en start
opnieuw.
Brandstof bijvullen.
Vervang het brandstoffilter.
Aftappen; verversen door schone
brandstof.
Reinig of vervang de bougie; bev-
estig de aansluiting.
Raadpleeg uw dealer
Raadpleeg uw dealer
Controleren en indien nodig
vervangen.
Motor stationair laten draaien tot-
dat deze is afgekoeld. Reinig de
bougie en stel de elektrodenaf-
stand opnieuw in op 0,6 tot 0,7
mm. Juiste bougie.
Motor stationair laten draaien tot-
dat deze is afgekoeld.
Afstellen.
Vervang veer/schoenen indien
nodig; controleer stationair toeren-
tal.
Houders controleren en goed
vastzetten.
Afstellen.
Raadpleeg uw dealer
Inspecteer het accessoire en
vervang het indien nodig.
Draai de tandwielkast stevig vast.
Inspecteren en indien nodig
vervangen.
Inspecteren en indien nodig
opnieuw monteren.
Raadpleeg uw dealer