T: Stationair toerental afstellen
Afstellen snijblad
1. Zaagblad
2. Borgmoer
3. Snijbladen
4. Schouderbout
5. Sluitring
Onderhoud en verzorging
Elke machine wordt in de fabriek getest en de carburateur wordt
goed afgesteld voor een maximale prestatie.
Reinig of vervang het luchtfilter, start de motor en laat deze ge-
durende enkele minuten op bedrijfstemperatuur komen voordat u
de carburateur afstelt.
De motor moet terugkeren naar het stationair toerental zodra de
gashendel wordt losgelaten. Het stationair toerental is instelbaar
en moet laag genoeg zijn om het maaiaccessoire uit te laten
schakelen door de motorkoppeling.
Ga als volgt te werk om de carburateur af te stellen:
1.
Plaats het apparaat op de grond en start de motor. Laat het
2-3 minuten stationair draaien totdat het warm is.
2.
Als het accessoire beweegt bij stationair motortoerental, ver-
laagt u dit door linksom aan de stelschroef van het stationair
toerental (T) te draaien.
3.
Indien er een toerenteller beschikbaar is, dient het station-
aire motortoerental uiteindelijk ingesteld te worden op 3000
(±500) omw/min. (min
OPMERKING
Indien de carburateur niet naar behoren kan worden afgesteld
met de stelschroef van het stationair toerental (T), dient u con-
tact op te nemen met een bevoegde service dealer.
WAARSCHUWING
De snijbladen zijn erg scherp. Draag altijd handschoe-
nen wanneer aan de snijbladen wordt gewerkt.
Niet naleven van de voorzorgsmaatregelen kan een ongeval
of letsel veroorzaken, of zelfs tot dodelijk letsel leiden.
De snoeiprestaties van uw machine zijn in grote mate afhankelijk
van de juiste afstelling van de snijbladen. Goed afgestelde blad-
en bewegen vrij maar voorkomen wel dat snoeiresten tussen de
bladen vast komen te zitten. Snijblad als volgt afstellen:
1.
Draai alle borgmoeren van het blad minstens één volledige
slag los.
2.
Haal iedere schouderbout van het blad goed aan en draai de
schouderbouten 1/4 tot 1/2 slag los.
3.
Begin aan de kant van de tandwielkast en vergrendel elke
bout door de borgmoer stevig aan te halen, maar laat de
schouderbout niet meedraaien.
Als de schouderbout correct is afgesteld, dient er een ruimte van
0,25-0,50 mm te zijn tussen de snijbladen en de onderlegringen.
De onderlegringen onder elke boutkop moeten vrij kunnen
draaien.
Het gebruik van versleten of onjuist afgestelde snijblad-
en vermindert de prestaties van de snijbladen en kan
daarnaast uw machine beschadigen. Gebruik de ma-
chine niet als de snijbladen zijn beschadigd of vers-
leten.
25
-1
).
LET OP!