Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bediening Sf 51 En Sf 54 - Kemppi FastMig SF 51 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

2.3

Bediening SF 51 en SF 54

AAN/UIT (1)
De draadaanvoereenheid blijft in de UIT-stand staan wanneer de stroombron wordt
ingeschakeld en verhindert zo het opstarten. Op het scherm wordt 'OFF' (uit) weergegeven.
Wanneer de AAN/UIT-knop langer dan 1 seconde wordt ingedrukt, start de eenheid op. De
eenheid is nu gereed om mee te lassen en keert automatisch terug naar de positie voordat de
spanning onderbroken werd. De draadaanvoereenheid start ook op wanneer drie keer (kort)
de schakelaar van het laspistool wordt ingedrukt.
Basisinstellingen en schermen
De draadaanvoersnelheid wordt ingesteld via de linker potentiometer (regelknop) en de
waarde wordt weergegeven op het linker scherm. De lasspanning wordt ingesteld via de
rechter potentiometer (regelknop) en de waarde wordt weergegeven op het rechter scherm.
Tijdens het lassen geeft het linker scherm de feitelijke lasstroom weer en het rechter scherm
de lasspanning.
Bij elektrodelassen (MMA) wordt de lasstroom ingesteld via de potentiometer en wordt de
waarde weergegeven op het linker scherm. Het scherm aan de rechterkant geeft de onbelaste
spanning van de stroombron weer. Tijdens het lassen geeft het linker scherm de feitelijke
lasstroom weer en het rechter scherm de lasspanning.
Wanneer de MIG-dynamiekaanpassing wordt geactiveerd met de boogdynamiek-/
dynamiekknop, wordt de MIG-dynamiekwaarde aangepast via de rechter potentiometer
(regelknop) (zie informatie over het aanpassen van de MIG-dynamiek).
Aanpassing van MIG-dynamiek/boogdynamiek (3)
Bij MIG-lassen is dynamiekaanpassing van invloed op de lasstabiliteit en de mate van spatten.
De nulinstelling is de aanbevolen basisinstelling. Waarden –> min. (-9 ... -1), zachtere boog
voor minder spatten. Waarden –> max. (1 – 9), hardere boog voor grotere stabiliteit en
wanneer 100% CO₂ wordt gebruikt als beschermgas bij het lassen van staal.
Bij elektrodelassen heeft aanpassing van de boogdynamiek invloed op de lasstabiliteit. Voor
NL
het gebruik van andere typen elektroden zijn aanpassingen nodig. Instelbereik (-9 ... 0) wordt
veel gebruikt voor laselektroden voor roestvast staal. Instelbereik (0 – 9) wordt gebruikt voor
hardere boogeigenschappen om de stabiliteit te vergroten, bijvoorbeeld voor het lassen met
dikkere basiselektroden en een lagere stroom dan aanbevolen. De fabrieksinstelling (0) is een
goed algemeen gebruik om de ruwheid van de boog aan te passen.
Selectie van vloeistof-/luchtgekoeld MIG-pistool (4)
De selectie van het vloeistofgekoelde/luchtgekoelde MIG-pistool wordt geactiveerd
door tegelijkertijd op de knoppen 3 en 5 te drukken (langer dan 1 seconde). Wanneer het
scherm 'Gas' weergeeft, gaat de lasapparatuur ervan uit dat een luchtgekoeld MIG-pistool is
aangesloten. Als de bovengenoemde knoppen nogmaals worden ingedrukt, verschijnt de
tekst 'CooLEr' op het scherm en gaat de led voor koelvloeistof branden. Wanneer dat gebeurt,
gaat de lasapparatuur ervan uit dat een vloeistofgekoeld MIG-pistool op het apparaat is
aangesloten. Wanneer koelvloeistof is geselecteerd, start de vloeistofkoel-unit de volgende
keer dat de apparatuur wordt opgestart.
De selectie kan ook worden gemaakt via de SETUP-functie.
6
FastMig SF 51, SF 54

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fastmig sf 54

Inhoudsopgave