Locatie en beveiliging
Hier kunt u de instellingen voor de beveiliging van uw toestel
en de SIM- of USIM-kaart, en de GPS-functie, instellen.
Draadloze netwerken gebruiken
●
en/of Wi-Fi-netwerken worden gebruikt om uw locatie te
bepalen.
GPS-satellieten gebruiken
●
wordt gebruikt om uw locatie te bepalen.
Sensorondersteuning gebruiken
●
dat sensoren worden gebruikt om de positie van voetgangers
te verbeteren wanneer het GPS-signaal wordt geblokkeerd.
De sensorschattingen kunnen van uw daadwerkelijke locatie
afwijken.
Schermvergrendeling instellen
●
instellen. Wanneer u de code hebt ingesteld, verandert deze
optie in Schermvergrend. wijzigen.
-
Geen
: de schermvergrendeling uitschakelen.
-
Patroon
: een ontgrendelingspatroon instellen om het
scherm te ontgrendelen.
-
Geef PIN-code in
scherm te ontgrendelen.
-
Wachtwoord
het scherm te ontgrendelen.
SIM-kaartvergrendeling instellen
●
-
SIM-kaart vergrendelen
PIN-vergrendeling in- of uitschakelen. Deze functie zorgt dat
het toestel pas kan worden gebruikt nadat de PIN-code is
ingegeven.
-
SIM-pincode wijzigen
SIM- of USIM-kaart wijzigen.
Waarschuwing SIM-kaart wijzigen
●
toestel traceren in- of uitschakelen. Deze functie helpt u uw
toestel in geval van verlies of diefstal terug te vinden.
Ontvangers waarschuwingsbericht
●
waarschuwingsmelding toevoegen of bewerken.
: instellen dat de GPS-satelliet
: een PIN-code (numeriek) instellen om het
: een wachtwoord (alfanumeriek) instellen om
: hiermee kunt u de functie voor
: hiermee kunt u de PIN-code van de
Instellingen
125
: instellen dat mobiele
: hiermee kunt u instellen
: de ontgrendelingscode
:
: de functie Mobiel
: ontvangers voor de
p. 33
►