Starten
Als de accu in een unit is ontladen of leeg geraakt, kan de unit
worden gestart met behulp van startkabels en een andere accu of
voertuig. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht en wees
voorzichtig bij het starten van een unit.
WAARSCHUWING: Een accu kan gevaarlijk zijn.
Een accu bevat een ontvlambaar gas dat vlam kan
vatten of kan exploderen. Een accu bevat zoveel
elektriciteit dat u bij snelle ontlading brandwonden
kunt oplopen. Een accu bevat accuzuur dat
brandwonden kan veroorzaken. Draag altijd een
veiligheidsbril en persoonlijke beschermingsmiddelen
als u met een accu werkt. Als u in aanraking komt met
accuzuur, spoel de desbetreffende plek dan af met
water en ga naar een arts.
VOORZICHTIG: Koppel de trekker los van de
oplegger voordat u de trekker gebruikt om de unit op de
oplegger te starten. Het negatieve geaarde circuit is
rond wanneer de trekker aan de oplegger is
vastgemaakt. Dit kan gevaarlijke vonken veroorzaken
wanneer positieve verbinding is gemaakt bij de accu.
BELANGRIJK: Gebruik een accu van 12 Volt om de unit te
starten. Als u een voertuig gebruikt, zorg er dan voor dat deze
een accu van 12 Volt heeft met een negatief geaard circuit.
Gebruik GEEN 'hot shot' booster of een bron van 24 Volt.
U dient de onderstaande procedure volledig te hebben gelezen en
begrepen voordat u een willekeurige startkabel aansluit. Gebruik
goede startkabels gemaakt van kabels met een dikte van 2 AWG
(of dikker).
1.
Zorg ervoor dat de unit is uitgeschakeld. Als u een voertuig
gebruikt, zorg er dan voor dat de ontsteking is uitgeschakeld.
2.
Open de voordeuren van de unit. De accu bevindt zich aan de
linkerzijde van de motor.
3.
Controleer of de ontladen accu niet beschadigd of bevroren is.
Start geen beschadigde of bevroren accu. Controleer of de
ventilatiekleppen goed vastzitten.
4.
Identificeer de positieve (+) en negatieve (–) accupolen.
5.
Verwijder het rode kapje van de positieve (+) accupool op de
accu van de unit.
Starten
45