Probleem
Oorzaak
Een aflezing van de
De unit heeft niet de
retourluchttempera-
tijd gehad om tot een
tuur valt niet binnen
correcte temperatuur
het gewenste
af te koelen.
temperatuurbereik
van het instelpunt.
De unit bevat mogelijk
te weinig koudemiddel.
De unit is bezig met een
ontdooiingscyclus of
heeft zojuist een
ontdooiingscyclus
voltooid.
De verdamper vertoont
bevriezingsverschijnse-
len.
Inspectie probleemoplossing
Remedie
Raadpleeg de logboekgeschiedenis. Zoek naar registraties van ladingen met te hoge
temperaturen, naar behoren voorgekoelde laadruimte, tijd op de weg, etc. Corrigeer indien
nodig. Blijf de retourlucht controleren totdat de aflezing zich binnen het gewenste
temperatuurbereik van het instelpunt bevindt.
OPMERKING: Zorg ervoor dat de vracht naar behoren voorgekoeld is voordat deze op de
oplegger wordt geladen. Als 'warme vracht' op de oplegger wordt geladen en de koelinstallatie
wordt gebruikt om tot het instelpunt te koelen, zal een langere tijd benodigd zijn om af te koelen tot
de correcte temperatuur en zal de verdamper bevriezingsverschijnselen vertonen als gevolg van het
verhoogde vochtigheidsgehalte in de laadruimte van de oplegger.
Lees het koudemiddelpeil af op het peilglas van de ontvangtank. Als geen vloeistof te zien is
in het peilglas van de ontvangtank, is het koudemiddelpeil mogelijk laag. Een bevoegd
monteur gespecialiseerd in koelinstallaties moet worden ingezet om koudemiddel toe te
voegen of het systeem te repareren. Neem contact op met de dichtstbijzijnde
Thermo King-dealer of bel naar Thermo Assistance voor verwijzing. Raadpleeg
de Inleiding voor informatie over Thermo Assistance.
Blijf de retourluchttemperatuur controleren nadat de ontdooiingscyclus voltooid is, om te
zien of de temperatuur naar het gewenste temperatuurbereik van het instelpunt terugkeert.
Start een handmatige ontdooiingscyclus. De ontdooiingscyclus wordt automatisch gestopt
als deze is voltooid. Blijf de retourluchttemperatuur controleren totdat de aflezing zich
binnen het gewenste temperatuurbereik van het instelpunt bevindt.
Inspecties tijdens laden en onderweg
41