SDF-Doorstroomsonde
Inbouw van de FASTLOK S en de FASTLOK N
Mocht de leiding al onder bedrijfsdruk staan dan moet de kogelkraan tot en met punt 4. gesloten
blijven!
1. De sonde wordt met de punt voorzichtig, zonder kantelen, in de stopbus gevoerd, waarvan de moer
eventueel kan worden los gedraaid.
2. Bij type N: Terwijl de sonde steeds verder in de transportbuis wordt ingevoerd, moet het onderste
einde van de transport-as (borgmoer aan het onderste eind van de as van te voren verwijderen!) in
de aansluitopening voor de as grijpen. Door aan de handzwengel te draaien wordt de sonde tot
aan de kogelkraan gevoerd zonder dat daarop druk wordt uitgeoefend. In deze positie wordt de
borgmoer weer op het onderste uiteinde van de as gedraaid en met de schroefstift gefixeerd.
Bij type S: De sonde wordt in de buis met de schuifklep gevoerd tot deze de kogel van de
kogelkraan raakt. Daarna wordt de sonde weer 5mm teruggetrokken. De veiligheidsketting wordt
met behulp van karabijnhaken aan de buis met de klep bevestigd.
Sonde in de transportleiding voor
Proces onderbroken:
- kogelkraan gesloten
- de stopbuspakking kan met behulp van
de drukmoer losser worden gemaakt.
- de sonde kan met behulp van het
uittrekmechanisme vanuit deze
positie gedemonteerd of gemonteerd
worden
ingebouwd
stopbus wordt er zo ver uitgetrokken, dat deze enerzijds de buis van de hals van de sonde afdicht
en anderzijds de SDF-sonde, zonder veel kracht uit te oefenen, kan worden bewogen.
4. daarna wordt de kogelkraan pas voorzichtig geopend. Wanneer de stopbus lek is, de kogelkraan
onmiddellijk weer sluiten en de stopbuspakking strakker aandraaien. Kan de stopbuspakking niet
strakker worden aangedraaid dan moet nog een pakking onder de drukring worden gelegd.
5. Als de stopbus dicht is, de sonde (bij N via de aandrijfas) door de volledig geopende kogelkraan
schuiven, tot de punt van de sonde de tegenoverliggende wand van de leiding raakt.
6. Bij montage met contralager wordt de sonde zo ver ingevoerd dat de afstand tussen de
buitenwand van de leiding en de bovenkant van de sondekop of de flensplaat overeenstemt met de
waarde die op het typeplaatje aan de achterkant is vermeld. De punt van de sonde steekt dan circa
30mm in het contralager.
7. De stopbus weer op lekkage controleren en zo nodig verder aandraaien.
8. Sluit het samenstel voltooid, kogelkraan een weerstand. Aldus wordt de sonde weer vast. Bij het
uitvoeren van een schuifafsluiter, sluiten de schuifafsluiter lichtjes met ruis op de sonde in gebruik
tot het elimineren van de ruis.
Draai eerst de stopbus aan, open daarna voorzichtig de kogelkraan!!
BA-SDF-nl-L-1715715
De sonde is ingebouwd:
- kogelkraan openen
- montagetransportleiding
onder bedrijfsdruk
- stopbuspakking
moet dicht zijn
voorgemonteerd
voorgemonteerd
Belangrijk bij inbouw:
ingebouwd
3. De
17