Voorverwarming
De meeste bereidingen vereisen voorverwarming, optioneel, maar
altijd aanbevolen, voor betere kookresultaten.
De voorverwarming kan op twee manieren ingesteld worden:
■
met behulp van UIP-technologie en het activeren van de voorver-
warming SMART.Preheating (aanbevolen modus)
warming wordt volledig autonoom door de apparatuur beheerd,
zonder dat de gebruiker hoeft in te grijpen;
op handmatige wijze
■
temperatuur handmatig instellen.
Ongeacht de gekozen modus kunt u na het starten van een kookpro-
gramma, indien nodig, op elk moment stoppen met voorverwarmen
en overschakelen naar fase 1 (STAP 1)
Een voorverwarming handmatig instellen
10
Raak het pictogram "VOORVERWARMING | PREHEATING" aan: het
1
instellingenscherm verschijnt.
De voorverwarmingsparameters instellen:
2
tijd
■
als er een tijd wordt ingevoerd, behoudt de oven, zodra de in-
gestelde temperatuur is bereikt, deze gedurende de ingestelde tijd
vast in plaats van de volgende fase onmiddellijk te starten (STAP 1);
temperatuur
■
men tot een hogere temperatuur van minstens 30-50°C dan voor-
zien voor het koken om de effecten van het warmteverlies door het
openen van de deur teniet te doen.
Ga naar de instelling van fase 1 (STAP 1). Om een kookprogramma te
3
starten, moet ten minste één fase worden ingesteld.
Een SMART.Preheating-voorverwarming activeren
11
(aanbevolen modus)
Door de SMART.Preheating-voorverwarming te activeren, wordt de
voorverwarming volledig autonoom door de apparatuur beheerd,
zonder dat de gebruiker hoeft in te grijpen
UIP-technologie, zie p.
24
de gebruiker moet de voorverwarmings-
het is raadzaam om de oven altijd voor te verwar-
17.
p. 34
voor meer details over de
de voorver-