Optische
beeldstabilisator
Deze functie spoort bewegingen van de
camera beweging op en compenseert
deze.
1 De knop van de optische
beeldstabilisator A in blijven
drukken totdat [STABILISATIE]
verschijnt.
2 Op 3/4 drukken om de
stabilisatorfunctie te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
STABILISATIE
OFF
MODE1
MODE2
SELEC
[MODE1]
De stabilisator werkt continu en
(
)
helpt bij de fotocompositie.
[MODE2]
De beweging van de
(
)
camerabeweging wordt
gecompenseerd wanneer de
ontspanknop ingedrukt wordt.
Er is een groter
stabilisatoreffect.
[OFF]
Wanneer de stabilisator niet
(
)
gewenst is.
MENU
MENU
INST.
DEMO.
/SET
∫ Demonstratie van de
optische-beeldstabilisator
(Demonstratiefunctie)
Op 1 drukken om de demonstratie af te
beelden. Als de demonstratie gedaan is,
keert het scherm terug naar het
functiekeuzemenu met de
stabilisatorfunctie. Opnieuw op 1 drukken
als u de demonstratie wilt verlaten voordat
deze eindigt. Terwijl de demonstratie
afgebeeld wordt, is de optische zoom vast
ingesteld op Breed (1k) en kan de
zoomfunctie niet geactiveerd worden. U
kunt ook geen opnamen maken.
• De stabilisatorfunctie kan niet voldoende
werken in de volgende gevallen.
– Wanneer er veel camerabeweging is.
– Als de zoomuitvergroting erg hoog is.
– In het digitale zoombereik.
– Wanneer u opnamen maakt terwijl u een
bewegend object volgt.
– Als de sluitertijd langzamer wordt om
binnenshuis opnamen te maken of op
donkere plaatsen.
Houd de camera stilbeweging wanneer u
de ontspanknop indrukt.
• In de eenvoudige functie [
[ZELFPORTRET] (P53) in de
scènefunctie, staat de instelling vast op
[MODE2] en in [STERRENHEMEL] (P55)
is deze vast op [OFF]. Het menu voor de
stabilisatorfunctie verschijnt niet.
• In de bewegende beeldenfunctie [
kan [MODE2] niet ingesteld worden.
Gevorderd
] of
],
47
VQT0Y77