16
X AIR Gebruiksaanwijzing
5. X AIR voor iPad
Met de X AIR-applicaties voor iOS, Android en Mac/Win/Linux kunnen alle fysieke
bedieningselementen en functies die normaal te vinden zijn op analoge mixers
digitaal worden aangepast, en kunnen effecten en routing volledig worden
aangepast, allemaal vanaf een externe locatie, weg van het invoervak. Dit
resulteert in een zeer compacte, maar toch complete mengoplossing die kan
worden bediend terwijl u zich door de zaal of studio verplaatst. In dit hoofdstuk
wordt de functionaliteit van de software op een iPad besproken.
5.1 Hoofdscherm
Het hoofdscherm biedt toegang tot alle 16 kanaalfaders, Aux-ingangen en
FX-zendniveaus, evenals navigatie naar voorversterkerregelaars, meters, FX-slots
en meer. De kanaalstrips kunnen van links naar rechts worden geveegd om alle
21 faders te onthullen, en de geselecteerde busfader is altijd zichtbaar.
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
1. De Channel Strip-regelsectie geeft een snelle verwijzing naar de status
van fantoomvoeding, aux-zendniveaus, pan, enz., maar er worden geen
aanpassingen rechtstreeks op dit scherm gemaakt. Tik ergens in het
bovenste strookgedeelte van een kanaal om parameters te bewerken.
2. Raak de Solo-knop van een kanaal aan om het kanaal naar de solo-bus te
sturen. De knop licht geel op om aan te geven dat een kanaal op solo is gezet.
3. Elk kanaal heeft een speciale meter om het ingangsniveau te controleren. Als
de meter de rode klemlampjes bereikt, verlaagt u de versterkingsregeling op
het invoerscherm (5.2).
4. De kanaalfader past het niveau van een kanaal aan, of past het aux/
FX-zendniveau aan, afhankelijk van welke laag aan de rechterkant is
geselecteerd (zie toelichting 11).
5. Raak de knop Dempen van een kanaal aan om het kanaal te dempen. De
knop licht rood op wanneer deze is gedempt.
6. De knoppen Meters, Shows, Effects, Routing en Setup bieden directe
toegang tot deze menu's.
7. De knop Geavanceerd is alleen van toepassing op de secties Gate en
Dynamics (5.4 en 5.5).
8. Met de Solo Clear-knop worden alle solo-kanalen vrijgegeven.
9. De Solo Meter toont het niveau van de solo-bus.
10. De knop Kanaalbreedte schakelt tussen normale en verkorte
kanaalstrookweergaven. Indien actief, bieden de kanaalstrips meer detail
en extra ruimte om de gewenste fader of knop aan te raken, terwijl de
gecondenseerde weergave het mogelijk maakt om alle 16 ingangen
tegelijkertijd te bekijken. In beide weergaven moeten de strips naar links
worden geveegd om toegang te krijgen tot de FX-zendniveaus.
(6)
11. De Fader Bank-knoppen wijzigen de functie van de kanaalfaders. Indien
ingesteld op Main, passen de faders de kanaalvolumeniveaus aan die naar de
hoofdbus worden gestuurd, en de algemene hoofduitgang. Als een van de
Aux- of Effect-knoppen is geselecteerd, passen de faders het zendniveau van
elk kanaal aan naar die bus voor monitoring of effectrouting. Het niveau voor
de Aux- of Effect-bus die momenteel is geselecteerd, kan worden aangepast
waar de hoofdfader normaal gesproken verschijnt.
5.2 Invoer
De ingangssectie maakt het mogelijk om de meest voorkomende
voorversterkerparameters, zoals versterking en fantoomvoeding, aan te passen.
U krijgt toegang door op de bovenkant van de kanaalstrook te drukken van het
kanaal dat u wilt wijzigen. Als in plaats daarvan een ander menu verschijnt, zoals
Sends of Gate, kunnen de menu's van links naar rechts worden geveegd zonder
terug te keren naar het hoofdscherm.
(8)
(3)
(7)
(1)
(8)
(2)
(9)
(4)
(5)
(10)
1. Met de knop Link kunnen aangrenzende kanalen als stereopaar worden
gekoppeld. Door de fader van een van de gekoppelde kanalen te verplaatsen,
wordt ook het andere kanaal aangepast.
(11)
2. De Phase-knop keert de fase om.
3. Gebruik de Mic/USB-schakelaar om te bepalen of het kanaal wordt
gevoed door de microfooningang of door een signaal van een DAW via de
meerkanaals USB-aansluiting.
4. De Mic Gain-knop past de ingangsversterking aan voor de
microfoonvoorversterker van het momenteel geselecteerde kanaal.
5. De USB Trim-knop past de digitale trim aan voor het signaal dat van de
aangesloten computer komt. De Mic/USB-schakelaar moet op USB staan.
6. De HPF Freq-knop past de frequentie van het filter aan, waardoor
ongewenste lage frequenties kunnen worden verwijderd.
7. Schakel met deze schakelaar de HPF (hoogdoorlaatfilter) in.
8. Druk op deze knop om de fantoomvoeding in te schakelen.
5.3 Verstuurt
Via het tabblad Sends kan het signaal van het momenteel geselecteerde kanaal
naar de 6 Aux-uitgangen en naar de 4 effectprocessors worden gestuurd. Aux- en
effectrouting kan ook worden aangepast met behulp van de faderbanken aan de
rechterkant van het scherm.
(7)
(6)