2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10. Selecteer het uur en de minuten voor de stoptijd van het toestel.
11. Wacht als u programma 2 niet in de programmeermodus wilt activeren tot het
12. Druk als u programma 2 wel wilt activeren op de programmeermodusknop en stel de
13. Wacht tot het knipperen stopt om de instellingen op te slaan.
4.4.3
De aftelklokmodus instellen
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Smart Bell 55-55
Tip de programmeermodusknop aan om door te gaan. Het scherm van de
afstandsbediening toont OFF [UIT] en de temperatuur knippert.
Stel met behulp van de knoppen omhoog en omlaag de temperatuur voor de stoptijd
van het toestel in.
Druk op de programmeermodusknop om de temperatuur op te slaan en door te
gaan.
Stel met behulp van de knoppen omhoog en omlaag de
dag(en) waarop het programma actief is in.
O O pmerking:
'ALL' (iedere dag), 'SA:SU' (zaterdag en
zondag), '1' (maandag), '2' (dinsdag), '3'
(woensdag), '4' (donderdag), '5' (vrijdag), '6'
(zaterdag) of '7' (zondag).
Druk op de programmeermodusknop om de dag op te slaan.
Selecteer met de knoppen omhoog en omlaag het uur
waarop het toestel moet starten.
Druk op de programmeermodusknop om het uur op te
slaan.
Selecteer de minuten waarop het toestel moet starten en
druk op de programmeermodusknop.
knipperen stopt om de instellingen op te slaan.
begin- en eindtijd voor programma 2 in.
Opmerking: De maximumperiode die u in deze modus kunt instellen is 9 uur
en 50 minuten.
Druk op de aftelklokknop en houd deze ingedrukt tot het
symbool van de aftelklok op het scherm verschijnt en de
uren knipperen.
Selecteer met de knoppen omhoog en omlaag het
aantal uren.
Druk op de aftelklokknop om de uren op te slaan. De minuten knipperen op het
scherm.
Selecteer met de knoppen omhoog en omlaag het aantal minuten.
Druk op de aftelklokknop om de minuten op te slaan.
Druk op de aftelklokknop om het aftellen te bevestigen of wacht.
Bediening
ON
1
23