Bediening
H H andeling
De ventilatorsnelheid
verhogen
4.4
De instellingen wijzigen
4.4.1
De temperatuur voor de thermostatische modus instellen
1.
2.
3.
4.4.2
De programmeermodus instellen
Standaardinstellingen:
•
Temperatuur waarop het toestel start: 21°C (70°F).
•
Temperatuur waarop het toestel stopt: '--' (uitsluitend waakvlam).
1.
22
Voorwaarden
Het ventilatorsymbool
brandt.
Opmerking:
Maximumthermostaat 60°C: De ontvanger in het toestel is voorzien van een
60°C maximumthermostaat. Als deze thermostaat wordt geactiveerd, wordt
de hoofdbrander volledig uitgeschakeld en blijft de waakvlam branden. De
convectieventilator schakelt dan automatisch naar de hoogste instelling en
blijft maximaal 10 minuten draaien. De temperatuur in de ontvanger wordt
iedere minuut gemeten. Het toestel kan pas weer worden bediend als de
temperatuur weer tot lager dan 60°C is gedaald.
Druk op de thermostatische modusknop en houd deze
ingedrukt tot het symbool van de thermostatische modus
verschijnt en de temperatuur knippert.
Stel met behulp van de knoppen omhoog en omlaag de
temperatuur in.
Druk op de thermostatische modusknop om de temperatuur op te slaan of wacht tot
de temperatuur niet meer knippert.
Opmerking:
•
De temperatuur voor de begintijd in de programmeermodus is hetzelfde
als de in de temperatuurmodus ingestelde temperatuur.
•
De voor de begin- en eindtijden ingestelde temperaturen van het toestel
zijn voor iedere dag hetzelfde.
•
Als de batterijen uit de afstandsbediening worden verwijderd, worden de
dagen en tijden gereset.
Druk op de programmeermodusknop en houd deze
ingedrukt tot de programmeermodus knippert en ON
[AAN] en de ingestelde temperatuur verschijnen.
Stappen
Resultaat
•
Houd de volgende
knoppen ingedrukt:
tot het venti-
latorsymbool gaat
knipperen.
•
Druk op
tot
de gewenste venti-
latorsnelheid is be-
reikt.
ON
OFF
1 2
Smart Bell 55-55