BACKUP SAVE
Voor het opslaan van data (SPD-S instellingen: patch, Wave en setup) op een geheugenkaart. Op een geheugenkaart kunnen
maximaal vier datasets worden opgeslagen.
Als er niet genoeg geheugenruimte op de kaart is, kunnen er op de kaart slechts een beperkt aantal datasets
worden opgeslagen.
1. Stel de "Save" parameter in.
Druk op [-] / [+] om de waarde te veranderen.
Parameter
Waarde
Save
1–4
2. Druk op [>], zodat "sure?" op het scherm verschijnt. Geef een naam aan de data.
De standaard instelling is Backup*. Het laatste teken (*) is het nummer, dat bij stap 1 is aangegeven.
Druk op de PAGE knoppen om de cursor onder de naam te verplaatsen. Druk op [-] / [+] om het teken op de plek van de
cursor te veranderen. Is de naam gereed, druk dan op [ENTER] om deze op te slaan.
Tijdens het opslaan verschijnt "now processing.." op het scherm. Na afloop keert de SPD-S naar de voorafgaande mode terug.
Schakel de stroom op het apparaat nooit uit tijdens het uitvoeren van deze operatie.
BACKUP DELETE
Voor het verwijderen van data (SPD-S instellingen: patch, Wave en setup) op een geheugenkaart.
1. Stel de "Delete" parameter in.
Druk op [-] / [+] om de waarde te veranderen.
Parameter
Waarde
Delete
1–4
2. Druk op [>], zodat "delete, sure?" op het scherm verschijnt. Druk op [ENTER] om de dataset
te verwijderen.
Tijdens het verwijderen, verschijnt "now processing.." op het scherm. Na afloop keert de SPD-S terug naar
de voorafgaande mode.
Schakel de stroom op het apparaat tijdens het uitvoeren van deze operatie nooit uit.
Hoofstuk 6 Een CompactFlash Geheugenkaart gebruiken
Beschrijvingen
Selecteer het nummer, waaronder de data moet worden opgeslagen.
* Door [SHIFT] en [FUNC] in te drukken kunt u een nieuw (leeg) nummer selecteren.
Beschrijvingen
Geef de dataset die moet worden verwijderd aan.
73