5.2 Toetsen waarvoor de sleutel in de juiste stand moet staan:
De juiste stand van de sleutel is deze waarbij de gele led naast de sleutel oplicht.
'SILENCE'
Het indrukken van deze toets :
- stopt de zoemer van het bedieningspaneel
- stopt de sirenes en doet de led 'sirenes stil' oplichten
- stopt de 'reaktietijd operator' en start de 'inspectierondetijd'
- stopt de 'inspectierondetijd' 'en brengt de centrale in waaktoestand
(zie paragraaf 4, Algemene werking van de vertragingstijden)
De 'silence' toets wordt enkel gebruikt bij alarmmeldingen. Voor de werking van deze toets dient er een
onderscheid gemaakt te worden tussen 'Directmode:nee' en 'Directmode:ja' (vermeldt rechtsboven op het
display):
Bij 'Directmode:nee' op het display:
Op het moment dat er een alarmmelding binnen komt begint de 'operator reactietijd' van .. minuten .. seconden
te lopen. Indien er geen enkele actie op het bedieningspaneel ondernomen wordt, zullen na het verstrijken van
deze tijd alle alarmmiddelen geactiveerd worden. Indien men binnen deze tijd op de toets 'silence' drukt dan
start de 'inspectieronde tijd' van .. minuten .. seconden. Deze 'inspectieronde tijd' dient om ter plaatse te gaan
kijken of er al dan niet evacuatie moet gegeven worden.
Op het display verschijnt de volgende melding:
1 ALARM
InspectieRonde
Directmode:nee
Bureau directeur verdiep 1
Indien het noodzakelijk is te ontruimen kan dit door ofwel de ontruimingstoets 'evac.' op het bedieningspaneel in
te drukken ofwel door een alarmdrukknop (die in het gebouw verspreid zijn) in te drukken.
Als men niet binnen de 'inspectieronde tijd' bij het bedieningspaneel terug is, dan zullen de alarmmiddelen
automatisch geactiveerd worden.
Wanneer er geen evacuatie nodig is drukt men een tweede keer op de toets 'silence' van het bedieningspaneel.
De alarmmiddelen zullen niet geactiveerd worden (indien ze toch al geaktiveerd waren zullen ze terug afvallen).
De centrale staat nu in een waakstand en men kan nu rustig de keuze maken uit volgende mogelijkheden:
Niets doen en centrale in waaktoestand laten. Nadeel hiervan is wel dat indien een nieuw alarm optreedt, de
alarmmiddelen direct geaktiveerd zullen worden vermits in dit geval de vertragingstijden niet meer gebruikt
worden. Een ander mogelijk nadeel is dat in deze toestand deurmagneten nog onbekrachtigd blijven.
Reset proberen. Zie de beschrijving van de toets 'reset' hieronder. Deze mogelijkheid is aangewezen indien de
oorzaak van het (onecht) alarm gekend is en ondertussen verholpen is. Voorbeeld: de detector in de keuken
kwam in alarm omdat er te veel rook uit een oven kwam. Nadat men de keuken voldoende verlucht heeft kan
men zonder probleem op 'reset' drukken.
Indien men reeds meerdere malen op reset heeft gedrukt en steeds komt weer dezelfde melder in alarm zonder
aanwijsbare reden, dan heeft het weinig zin om dit opnieuw te proberen en kan men beter één van de twee
andere mogelijkheden kiezen.
Element uit dienst stellen. Zie de beschrijving van de toets verderop.
19