Wanneer binnen het eerste interval (T1) de knop 'silence' op het bedieningspaneel wordt ingedrukt stopt tijd T1 en
begint de 'inspectieronde tijd' T2 te lopen. Dit is de tijd die men krijgt om ter plaatse te gaan kijken of er al dan niet
evacuatie moet gegeven worden. Het display vermeldt dan de tekst 'inspectieronde'.
Indien men het noodzakelijk vindt ontruiming te geven dan kan dit door ofwel de ontruimingstoets 'evac.' op het
bedieningspaneel in te drukken ofwel door een alarmdrukknop (die in het gebouw verspreid zijn) te activeren.
Wanneer men niet binnen deze tijd (T2) terug is, zullen de alarmmiddelen automatisch geactiveerd worden. De
alarmmiddelen zullen gedurende de 'werkingsduur sirenes' T3 geactiveerd blijven. (Zie tijdsdiagram b.operator
drukte op 'silence', inspectieronde startte, de operator komt niet op tijd terug en de alarmmiddelen activeren
automatisch.)
Wanneer men vindt dat er geen evacuatie nodig is, maar wil dat de reeds aanwezige alarmmeldingen op het
bedieningspaneel vermeld blijven (optische aanduidingen) dan drukt men een tweede keer op de toets 'silence'. (Zie
tijdsdiagram c.operator drukte op 'silence', inspectieronde startte, de operator
alarmmiddelen zullen niet geactiveerd worden en alle meldingen die op het bedieningspaneel aanwezig waren zullen
dat blijven. De brandmeldcentrale is echter wel in waaktoestand. Wanneer er zich nu een nieuwe alarmmelding
voordoet, dan zal de centrale onmiddellijk alle alarmmiddelen activeren.
Wanneer men vindt dat er geen evacuatie nodig is omdat de oorzaak van het alarm gekend maar ondertussen reeds
verdwenen is, kan men gewoon de toets 'Reset' van het bedieningspaneel indrukken. De centrale zal opnieuw in
normale toestand komen. Indien een alarmdrukknop nog is ingedrukt of indien een branddetector in alarm blijft, zal
de centrale binnen enkele seconden terug in alarm komen.
Opmerking: indien in uw systeem 0 minuten 0 seconden ingesteld is voor:
T1: dan is er geen 'reactietijd operator'. Alle alarmmiddelen zullen in dit geval altijd onmiddellijk
geactiveerd worden. De werkingsmode van de centrale is dan steeds 'Directmode:ja'.
T2: dan is er geen 'inspectieronde tijd'. Wanneer bij een alarmmelding binnen de 'reactietijd operator' de
knop 'silence' op het bedieningspaneel wordt ingedrukt dan start er GEEN 'inspectieronde tijd'. Dit houdt in
dat de alarmmiddelen niet meer automatisch geactiveerd worden als gevolg van de aanwezige alarmmelding. De
brandmeldcentrale is echter wel in waaktoestand. Wanneer er zich nu een nieuwe alarmmelding voordoet, dan
zal de centrale onmiddellijk alle alarmmiddelen activeren.
T3: de alarmmiddelen zullen niet automatisch uitgeschakeld worden. Alle alarmmiddelen blijven dan werken tot
deze manueel vanaf het bedieningspaneel gestopt worden.
De tijden T1 en T2 kunnen volgens EN54-2 ingesteld worden op maximaal 10 minuten.
(Om te voldoen aan EN54-2 punt 7.11.d is het noodzakelijk minstens één waarschuwingsdrukknop te installeren die
zonder vertaging de alarmmiddelen kan activeren, zelfs indien er op dat moment al vertragingen actief waren.)
4.2 Werkingsmode van de centrale in nachtregime: 'Directmode:ja'
Deze werkingsmode wordt op het display aangegeven: 'Directmode:ja'
In deze mode werken de vertragingstijden NIET en zal een alarm onmiddellijk alle alarmmiddelen doen werken.
4.3 Wijzigen van de dag- nacht-werkingsmode
Met de 'dag/nacht' toets kan de werkingsmode van de centrale omgeschakeld worden. De omschakeling kan ook
op voorgeprogrammeerde tijdstippen gebeuren. Raadpleeg uw dealer.
komt op tijd terug.) De
17