@ Donkere onderwerpen lichter
weergeven (i-Contrast)
Hiermee detecteert en compenseert u donkere delen van onderwerpen of
gezichten en slaat u het beeld op als een nieuw bestand. U hebt de keuze
uit 4 correctieniveaus: [Auto], [Laag], [Middel] of [Hoog].
Wat als het beeld met de optie [Auto] niet goed genoeg
is gecorrigeerd?
Selecteer [Laag], [Middel] of [Hoog] en pas het beeld aan.
•
In sommige omstandigheden kan het beeld grof lijken of is de belichting
niet geschikt.
•
Als hetzelfde beeld meerdere keren wordt aangepast, kan de kwaliteit
afnemen.
124
Selecteer [i-Contrast].
Druk op de knop n, selecteer
●
[i-Contrast] op het tabblad 1 en druk
op de knop m .
Selecteer een beeld.
Druk op de knoppen qr of draai aan het
●
keuzewiel  om het beeld te selecteren
en druk vervolgens op m .
Selecteer een optie.
Druk op de knoppen qr of draai aan het
●
keuzewiel  om een optie te selecteren.
Druk vervolgens op de knop m.
Sla het beeld op als een nieuw
beeld en geef het weer.
●
Voer de stappen 4 en 5 op
p. 121
uit.