Elektromagnetische compatibiliteit en interferentie
• Medische elektrische apparatuur vereist extra voorzorgsmaatregelen met betrekking tot
M
• Deze pomp is getoetst aan de EMC-limieten volgens IEC/EN 60601-1-2 en
• Therapeutische stralingsapparatuur: gebruik de pomp niet in de buurt van therapeutische
• Magnetic Resonance Imaging (MRI): de pomp bevat ferromagnetische materialen die
• De pomp is compatibel met en bestand tegen elektromagnetische storing die door
• Accessoires: gebruik geen niet-aanbevolen accessoires bij de pomp . De pomp is getest
• Deze pomp is een CISPR 11, Groep 1, Klasse B-apparaat en maakt uitsluitend gebruik van
Alaris®
GP
• De goedkeuring van de draadloze module is exclusief co-locatie met een andere zender .
• De pomp mag niet worden gebruikt naast of gestapeld met andere apparatuur buiten het
• Draagbare RF-communicatieapparatuur (inclusief randapparatuur zoals antennekabels en
•
Alaris®
GP
•
EMC . Inbedrijfname, installatie en gebruik moet worden uitgevoerd in overeenstemming met
de EMC-informatie in deze Gebruiksaanwijzing en de Technische onderhoudshandleiding .
IEC/EN 60601-2-24 .
stralingsapparatuur van welke aard dan ook . De straling die door apparatuur voor
stralingstherapie (bijvoorbeeld een lineaire versneller) wordt gegenereerd, kan de werking
van de pomp ernstig belemmeren . Raadpleeg de aanbevelingen van de fabrikant met
betrekking tot veilige afstand en andere voorzorgsmaatregelen . Neem voor meer informatie
contact op met uw lokale BD-vertegenwoordiger .
vatbaar zijn voor de storingen van het magneetveld dat wordt gegenereerd door een MRI-
apparaat . Daarom wordt de pomp niet beschouwd als een MRI-compatibele pomp als
zodanig . Als het gebruik van de pomp binnen een MRI-omgeving onvermijdelijk is, adviseert
BD dringend de pomp te installeren op een veilige afstand van het magneetveld buiten het
geïdentificeerde 'gebied voor gecontroleerde toegang' om zo magnetische interferentie
bij de pomp of vervorming van het MRI-beeld te voorkomen . Deze veilige afstand moet
worden vastgesteld conform de aanbevelingen van de fabrikant met betrekking tot
elektromagnetische interferentie (EMI) . Raadpleeg de Technische onderhoudshandleiding
van het product (TSM) voor meer informatie . U kunt ook contact opnemen met uw lokale
BD-vertegenwoordiger voor verdere richtlijnen .
chirurgische HF-apparatuur wordt veroorzaakt . Raadpleeg de fabrikanten van chirurgische
HF-apparatuur voor de aanbevolen scheidingsafstanden .
en uitsluitend conform de relevante EMC-claims bevonden als de aanbevolen accessoires
worden gebruikt . Het gebruik van andere accessoires, transducers of kabels dan gespecificeerd
door BD kan leiden tot verhoogde emissies of verminderde immuniteit van de pomp .
RF-energie voor communicatie en het intern functioneren in de normale productomgeving .
Daarom zijn de radiofrequente emissies zeer laag en is het onwaarschijnlijk dat deze
interferentie veroorzaakt met de elektronische apparatuur in de nabijheid . De pomp zendt
echter een bepaald niveau elektromagnetische straling uit die binnen de grenzen valt zoals
gespecificeerd in IEC/EN60601-2-24 en IEC/EN60601-1-2 .
Als er interactie optreedt tussen de pomp en andere apparatuur, moeten er maatregelen
worden genomen om de effecten hiervan tot een minimum te beperken, bijvoorbeeld door
de positie van het apparaat te wijzigen of het te verplaatsen .
Alaris™ Gateway-werkstation; echter, indien naast elkaar of gestapeld gebruik noodzakelijk
is, moet de pomp in de gaten worden gehouden om te controleren of hij normaal werkt in de
configuratie waarin deze wordt gebruikt .
externe antennes) mag niet worden gebruikt binnen 30 cm van enig onderdeel van de pomp,
dit geldt ook voor door de fabrikant vermelde kabels . Anders kan dit de prestaties van deze
apparatuur doen verminderen .
Onder bepaalde omstandigheden kan de pomp worden beïnvloed door elektromagnetische
interferentie . In het geval dat het systeem wordt blootgesteld aan elektromagnetische
storingen, bestaat de kans op vermindering of verlies van prestaties . Dit kan leiden tot te
veel of te weinig infusie, vertraagde toediening van behandeling, het niet activeren van een
alarm, valse alarmen of het niet kunnen pauzeren of stoppen van een infusie .
U wordt geadviseerd de betreffende pomp te vervangen, apart te houden en te laten
controleren door bevoegd onderhoudspersoneel als een ontstane alarmconditie zelfs na
interventie door de gebruiker blijft bestaan .
BDDF00572 Uitgave 7
BD Alaris™ neXus GP volumetrische pomp
20/78
Aan de slag