2-INSTALLATIE
EXTERNE LUCHTINLAAT
Voor de correcte werking van het toestel is het verplicht om een geschikte externe luchtinlaat te voorzien zodat de nodige
verbrandingslucht kan worden aangevoerd. De luchttoevoer van buiten naar het installatievertrek kan rechtstreeks gebeuren, via een
opening op een buitenmuur van het vertrek (deze oplossing geniet de voorkeur, zie afbeelding 9 a), of onrechtstreeks door luchtopname
uit de aangrenzende vertrekken die permanent met het installatievertrek in verbinding staan (zie afbeelding 9 b). De aangrenzende
vertrekken mogen echter in geen geval slaapkamers, badkamers, autostallingen of garages zijn of vertrekken waar brandgevaar bestaat.
Tijdens de installatie moet men de minimale afstanden controleren die nodig zijn om de lucht van buitenaf te kunnen aanvoeren. Houd
rekening met de aanwezigheid van deuren en ramen, die van invloed kunnen zijn op de correcte aanvoer van lucht naar de kachel (zie
onderstaand schema).
De luchtinlaat moet minstens over een totale netto oppervlakte van 80 cm2 beschikken: deze oppervlakte moet worden vergroot als in
het vertrek andere actieve generatoren zijn (bijvoorbeeld: elektrische ventilator voor extractie van de vervuilde lucht, keukendampkap,
andere kachels, enz.), die onderdruk in de omgeving kunnen veroorzaken. Het is noodzakelijk om te laten controleren of de drukval
tussen de kamer en de buitenlucht niet meer dan 4 Pa bedraagt wanneer alle apparaten aan staan (ook voor Oyster-toestellen indien
de verbrandingslucht niet goed naar buiten gekanaliseerd is). Vergroot indien nodig de doorsnede van de ingang van de luchtinlaat, die
uitgevoerd moet worden op een hoogte nabij de vloer en altijd afgeschermd moet worden met een extern beschermrooster om vliegende
dieren te weren, en zodanig dat voorwerpen de opening niet kunnen verstoppen.
AFBEELDING 9 A - RECHTSTREEKS VAN BUITEN
14
A
A
MIN.1,5 m
MIN.1,5 m
MIN.0,3 m
MIN.1,5 m
B
C
AFBEELDING 9 B - ONRECHTSTREEKS VIA AANPALEND VERTREK
A=LUCHTINLAAT
B=TE VENTILEREN VERTREK
C=VERGROTING VAN DE SPLEET ONDER DE DEUR
Het is mogelijk om de lucht die nodig is voor de
verbranding rechtstreeks aan te sluiten op de
externe luchtinlaat, met een buis van minstens
Ø50mm die maximaal 3 meter lang in rechte lijn is;
iedere bocht van de buis moet worden beschouwd
als het equivalent van een strekkende meter. Zie de
achterkant van de kachel voor de koppeling van de
buis.
Voor kachels, geïnstalleerd in eenkamerwoningen,
slaapkamers en badkamers (waar dit is toegestaan),
is de aansluiting van de verbrandingslucht naar buiten
verplicht. Meer bepaald is het bij hermetische kachels
noodzakelijk dat deze aansluiting hermetisch wordt
uitgevoerd om het hermetische karakter van het hele
systeem niet te compromitteren.
AFBEELDING 10
A