6. Inbedrijfstelling, gebruik / 7. Storingen
Het aanhaalmoment is afhankelijk van de gebruikte pakking. Om het meetin-
strument in een stand te brengen waarbij het zich het beste laat aflezen wordt
een aansluiting met LH-RH-stelmoer of -wartelmoer aanbevolen. Voor zover een
instrument een uitblaasvoorziening bezit, moet deze beschermd zijn tegen blokke-
NL
ring door onderdelen van het apparaat of door vuil.
Installatie
Nominale positie conform NEN-EN 837-3 / 9.6.6 afbeelding 7: 90° ( ⊥ )
Procesaansluiting onderaan
Bij gevulde uitvoeringen moet voor inbedrijfstelling het ontluchtingsventiel aan
de bovenzijde van de behuizing worden geopend!
Indien buiten aangewend moet de gekozen installatielocatie geschikt zijn voor
de gespecificeerde beschermingsgraad, zodat het instrument niet wordt bloot-
gesteld aan niet-toegestane weersomstandigheden.
Om ervoor te zorgen dat de druk veilig kan worden ontlucht in geval van een
storing moeten instrumenten met een veiligheidsventiel of veligheidsbehuizing
een minimumafstand van 20 mm aanhouden tot elk object.
Inbedrijfstelling
Bij inbedrijfstelling moeten drukstoten beslist worden vermeden. Afsluitventielen
langzaam openen.
7. Storingen
Personeel: Vakpersoneel
PAS OP!
Lichamelijk letsel, materiële en milieuschade
Kunnen storingen met behulp van de opgesomde maatregelen niet
worden verholpen, het apparaat onmiddellijk buiten werking stellen.
▶
▶
▶
Zie voor contactgegevens hoofdstuk 1 "Algemene informatie".
18
Zorg ervoor dat er geen druk meer is en tegen onbedoelde herin-
schakeling beschermen.
Contact opnemen met de fabrikant.
Bij een noodzakelijke terugzending de aanwijzingen in hoofdstuk
9.2 "Teruggave" in acht nemen.
WIKA gebruikshandleiding drukmeetapparaat, type 7 volgens ATEX