5. Transport ... / 6. Inbedrijfstelling, gebruik
5. Transport, verpakking en opslag
5.1 Transport
Controleer het instrument op schade die tijdens het transport kan zijn ontstaan.
Duidelijke schade moet onmiddellijk gemeld worden.
5.2 Verpakking
Verwijder de verpakking pas kort voor de montage.
Bewaar de verpakking daar deze optimale bescherming biedt tijdens transport
(bijv. verandering van de locatie, verzending voor reparatie).
5.3 Opslag
Toegestane opslagtemperatuur
-40 ... +70 °C
6. Inbedrijfstelling, gebruik
Personeel: Vakpersoneel
Vóór de inbedrijfstelling van het instrument moet voldaan zijn aan de voorwaarden
van hoofdstuk 2.7 "Bijzondere voorwaarden voor veilig gebruik (X - Condities)".
Mechanische verbinding
In overeenstemming met de algemene technische regels voor drukmeetinstru-
menten (bijv. EN 837-2 "Aanbevelingen voor keuze en inbouw van drukmeters").
Wanneer de instrumenten erin geschroefd worden, mag de kracht die voor het
afdichten nodig is niet via de behuizing worden aangewend, maar uitsluitend met
de hiervoor bedoelde sleutelmaat en met geschikt gereedschap.
Voor cilindrische schroefdraden moeten op het dichtvlak vlakke dichtingen,
dichtlenzen of WIKA-profieldichtingen worden ingezet. Bij conische schroefdraden
(ofwel NPT-schroefdraden), wordt er afgedicht in de schoefdraden met gebruik-
making van geschikt afdichtmateriaal (EN 837-2).
WIKA gebruikshandleiding drukmeetapparaat, type 7 volgens ATEX
sleutelvlakken
Dichtvlak
Afdichting in het
schroefdraad
NL
17