Opnamen maken in speciale
veelgebruikte functies
Dit hoofdstuk beschrijft het maken van opnamen in speciale
omstandigheden en het gebruik van andere basisfuncties,
zoals de flitser en de zelfontspanner.
Als u de modusschakelaar instelt op de modus 4 selecteert die
•
overeenkomt met de speciale omstandigheden waarin u een opname
wilt maken, selecteert de camera automatisch de benodigde instellingen.
U hoeft alleen nog op de sluiterknop te drukken om een optimale foto
te maken.
In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat de modus is ingesteld op A
•
voor "! De flitser uitzetten"
gebruiken"
(p.
functies in deze opnamemodus wel beschikbaar zijn
omstandigheden en
(p. 55)
60). Wanneer u opnamen maakt in 4, controleert u welke
op "" De gezicht-zelfontspanner
3
(pp. 122
–125).
51