8. Gebruikersinstellingen veranderen
De regelaar biedt een serie aan eigenschappen die door de gebruiker verandert
kunnen worden (zie tabel 1).
Voor het activeren van het menu
Om een eigenschap te kiezen
Om een eigenschap te wijzigen
Na een verandering moet de nieuwe waarde bevestigd worden met < of >.
Om het menu te verlaten drukt u tegelijkertijd ca. 3 seconden op de toetsen < en >.
Als er 2 seconden geen toets aangeraakt wordt, komt u terug in de AUTO- mode.
8.1 Tijdaanduiding 24 / 12 uur (optie 1, tabel 1)
Toont de tijd in de 24-uurs of 12-uurs- mode (AM, PM)
8.2 Wijzigen van de handmatige standaardtemperatuur (optie 2, tabel 1)
Instelling van de temperatuur, die in de werking manueel voor het eerst werd
ingevoerd bijv. 20 ° C.
8.3 Programma kiezen (optie 3, tabel 1)
Kiezen van een vooraf ingestelde programma welke bij het programmeren van de
schakeltijden toegepast zal worden (zie 6.)
8.4 Aantal schakeltijden per dag wijzigen (optie 4, tabel 1)
Afhankelijk van uw wensen kunnen hier 2, 4 of 6 schakeltijden per dag gekozen
worden (de niet gebruikte schakeltijden worden overgeslagen)
8.5 Automatisch zomer/wintertijd omschakeling (optie 5, tabel 1)
Selecteer of deze omschakeling automatisch uitgevoerd zal worden, anders moet de
tijd handmatig aangepast worden (zie 9.)
8.6 Temperatuurweergave aanpassen (optie 6, tabel 1)
De weergegeven temperatuur kan aan individuele wensen aangepast worden bijv.
3 = +0,3° ; -15 = -1,5° .
8.7 Vooraf ingestelde programma's terugzetten (optie 7, tabel 1)
Stelt de vanaf fabriek ingestelde programma's terug
8.8 Uitschakelen van de regelaar (optie 8, tabel 1)
Hiermede wordt de regelaar uitgeschakeld, d.w.z. de verwarming is uit. Op het
display wordt OFF aangeduid, de toetsen zijn zonder functie.
Bij de installatie- instellingen (zie installatiehandleiding 3.3) kan vastgelegd worden of
er ook bij een uitgeschakelde regelaar een vorstbescherming werkzaam zal zijn
(verwarmen onder 5 ° C).
in de AUTO- mode de toetsen < en >
tegelijkertijd ca. 3 seconden indrukken.
druk op de toets < of >.
druk op de toets + of –
8