3.2 Blokkering / kinderbeveiliging (optie 2, tabel 2)
Als deze functie geactiveerd is, zijn de toetsen van de regelaar geblokkeerd. Om de
blokkering op te heffen, opent u de installatie- instellingen en zet u optie 2 op "Uit".
3.3 Vorstbescherming (optie 3, tabel 2)
Met deze functie kan de vorstbescherming van de regelaar activeert worden. Als de
kamertemperatuur op 5 ° C daalt, wordt door de vorstbescherming de verwarming
ingeschakeld tot een kamertemperatuur van 7 ° C is bereikt.
De vorstbescherming is ook actief als de regelaar uitgeschakeld is.
3.4 Standaardwaarde voor min/max. grenswaarden (optie 4, 5, tabel 2)
Met deze grenswaarden kan voorkomen worden dat er te hoge of te lage
temperaturen ingesteld worden. Standaard zijn deze grenswaarden ingesteld op
max. 32° C en min. 7° C.
3.5 Zelflerende verwarmingsgedrag / optimale start (optie 6, tabel 2)
Als deze functie geactiveerd is berekend de regelaar automatisch wanneer de
verwarming ingeschakeld moet worden, om op de ingestelde schakeltijd de
gewenste temperatuur te bereiken. Dit levert een aanzienlijke bijdrage voor een
energiebesparing.
Opmerking: deze functie is alleen werkzaam in de AUTO- mode.
Na de ingebruikneming zal het een paar dagen duren tot de regelaar voldoende
informatie heeft om deze functie correct te berekenen.
3.6 Verwarmen/koelen (optie 7, tabel 2)
Hier kan ingesteld worden of de regelaar alleen voor het verwarmen of alleen voor
koelen gebruikt wordt.
VERWARMEN: het relais schakelt zich in, wanneer de temperatuur onder de
basiswaarde komt.
KOELEN: het relais schakelt zich in, wanneer de temperatuur boven de basiswaarde
komt.
3.7 Ventielbescherming (optie 8, tabel 2)
Met deze functie wordt het relais van de regelaar dagelijks eenmaal om 10 uur
ingeschakeld. Dit zal voorkomen dat ventielen of pompen zich in de zomerperiode
kunnen vastzetten
Bij een elektrische verwarming of in het geval dat er zich niets kan vastzetten, wordt
aanbevolen deze functie uit te schakelen.
Hoe lang het relais ingeschakeld zal worden bepaald u via de optie 9.
3.8 Tijdsduur van de ventielbescherming (optie 9, tabel 2)
De inschakeltijd kan ingesteld worden tussen 1 en 5 minuten (standaard: 3 minuten).
13