26
ZAAGKETTING SLIJPEN
Niveau 2.
BELANGRIJK
Stompe of beschadigde snijtanden leiden tot slechte snoeiprestaties,
toenemende trillingen en premature storing/breuk van de ketting.
WAARSCHUWING
Koppel de bougiekabel altijd los voordat u onderhoud pleegt op het
zaagblad en de zaagketting. Draag altijd handschoenen bij het slijpen
van de ketting; als u dit niet doet kan dit tot ernstig persoonlijk letsel
leiden.
1.
Zet de ronde vijl (A) in de beiteltand in een hoek van 30°. Een vijfde
(1/5) van de vijl moet boven de bovenrand van de beiteltand uitsteken.
2.
Houdt de vijl horizontaal in de beiteltand en vijl in één richting.
3.
Vijl totdat de bovenrand van de beiteltand en de zijranden van de bijtel
scherp zijn zonder bramen.
4.
plaats de diktemeter (B) stevig op het snijvlak met 0,025 in de open-
ing en het uiteinde tegen de dieptemeter van de voorste beiteltand. Vijl
de beiteltand met een platte vijl totdat deze gelijk is met de bovenrand
van de dieptemaat.
5.
Voltooi het slijpen van de beitel door de voorrand (C) van de beitelt-
and met de platte vijl af te ronden.
6.
Een goed gevijlde beiteltand ziet eruit als afgebeeld.
7.
Breng schone olie aan en draai de zaagketting langzaam rond om
vijlsel weg te wassen.
8.
Als de zaagketting bedekt is door of verstopt is met hars, reinigt u de
ketting in kerosine, en laat hem vervolgens in olie inweken.
IN DEZE HOEK
1
2
3
4
5
6
(BIJTELTANDHOEK)
(SNIJHOEK BOVENPLAAT)
(DIKTEMAAT)
30°
HOUDEN
90°
55°