5
x
Bediening
5.3.4 Invoer van wachtwoord
Het monteursniveau van het instelmenu wordt beveiligd door een wachtwoord, dat bij het opstarten van het instelmenu moet
worden ingevoerd. Ook het gebruikersniveau kan beveiligd worden. Het gebruikersniveau en monteursniveau hebben in het
instelmenu een achtergrond in een verschillende kleur. Naast de in Afb. 5-9 beschreven manier kan tijdens het startscherm van
de regeling ook naar het instelmenu worden gewisseld door langere tijd op de pijltoets omhoog (+) te drukken.
Zo lang het apparaat handmatig wordt bediend, is invoer van een ander wachtwoord niet nodig. De geldigheid van een
wachtwoord verloopt ca. 10 min nadat voor het laatst op een toets werd gedrukt. Voor het gewenste niveau volgt na de invoer
van het wachtwoord gedurende 2 s:
– "Gebruiker OK",
– "Monteur OK" c.q.,
– "Wachtwoord onjuist".
Gebruikerswachtwoord
Dit wachtwoord is in de fabrieksinstelling van de zonne-energieregeling niet geactiveerd. Door invoer van een 4-cijferige numerieke code
worden alle op het gebruikersniveau instelbare parameters tegen een ongeoorloofde toegang beveiligd (kinderslot of huismeesterfunctie).
De parameters op gebruikersniveau kunnen in principe alleen bij een gedeactiveerd c.q. geldig gebruikerswachtwoord worden gewijzigd.
Het activeren en wijzigen c.q. opnieuw toewijzen van het gebruikerswachtwoord gebeurt in het menupad: "Selectie 1/2" ->
"Functies" -> "Wachtw.wijzigen" (zie Afb. 5-9):
•
Het oude wachtwoord in het dataveld "huidig 0000" en het nieuwe in het dataveld "nieuw 0000" invoeren. Daarbij elk cijfer
van het wachtwoord met de OK-toets bevestigen.
•
Bij nieuw wachtwoord toewijzen het nieuwe wachtwoord zowel in het dataveld "huidig 0000" als in het dataveld
"nieuw 0000" invoeren.
Als het gebruikerswachtwoord is geactiveerd, verschijnt in het menupad "Selectie 1/2" alleen "Wachtwoord 0000". Het
gebruikerswachtwoord wordt pas na 10 min of na het opnieuw inschakelen van de zonne-energieregeling actief.
Monteurswachtwoord
Het wachtwoord wordt in het menupad: "Selectie 1/2" onder "Wachtwoord 0000" ingevoerd. Daarmee worden alle voor de
monteur belangrijke installatieparameters in het instelmenu vrijgeschakeld (zie Afb. 5-9).
5.3.5 Taalkeuze
Bij de eerste inbedrijfstelling of na een totale reset wordt tijdens de start het scherm (Afb. 5-7) vastgehouden en er wordt om een
taalkeuze gevraagd.
•
Met de pijltoetsen een taal selecteren en met de OK-toets bevestigen.
In het instelmenu kan in het menupad: "Selectie 1/2" -> "Functies" -> "Taal wijzigen" achteraf ook een andere taal worden
geselecteerd (Afb. 5-9).
5.3.6 Parameters instellen en terugzetten
De instelling van de parameters wordt overeenkomstig Afb. 5-9 uitgevoerd. Alle instelbare parameters worden met
toegangsniveau, verstelbereik en fabrieksinstelling in Tab. 5-5 weergegeven. In het menupad: "Selectie 1/2" ->
"Parameterselectie" -> "Terugzetten" kunnen de maximale waarden en berekende waarden (zie Tab. 5-5) worden teruggezet.
Daarbij wordt met de OK-toets de geselecteerde maximale waarde direct teruggezet op "0". De pijltoets omlaag maakt deze
handeling ongedaan, de cursor keert terug naar links. Met de OK-toets wordt de keuze bevestigd. Door herhaaldelijk op de pijltoets
omlaag te drukken, komt men in het veld "Selectie 2/2". Door het bevestigen van "Terug" navigeert men in het bedrijfsscherm
terug. Via het menupad: "Selectie 2/2" -> "Systeem" -> "Terugzetten" kunnen alle systeemparameters worden teruggezet op
de fabrieksinstellingen. Het systeem wordt daarna opnieuw gestart (zie ook hoofdstuk 5.2.8).
5.3.7 Handmatige instelling van de pomptoerentalregeling (alleen bij aangesloten FlowSensor
Bij sommige vermogensstanden van de toerentalgeregelde pomp P
de geselecteerde stand wordt in de onderste regel "Doorstroming" op het bedrijfsscherm (zie Afb. 5-8) in procenten weergegeven.
•
Het vermogen van de problematische stand noteren.
•
Via het menupad: "Keuze 2/2" -> "Systeem" -> "Modulatie" naar "Stand" (zie Afb. 5-9) navigeren.
Hier kunnen tot max. 10 toerentalstanden gedeactiveerd worden. Naast het cijfer van de vermogensstand (beginnend met 01 voor
het laagste vermogen) en de activiteitsstatus wordt hier onder "Vermogen" het percentage van het vermogen in de betreffende
stand weergegeven.
Bedienings- en installatiehandleiding
30
EKSFLP12A)
kan zo nu en dan extra lawaai ontstaan. Het actuele vermogen van
S
Regelings- en pompunit voor zonne-energie-installaties
EKSR3PA + EKSRDS1A
4PW56033-1