Printerstuurprogramma
U kunt de instellingen voor de printer wijzigen in het printerstuurprogramma. Als u een gewoon
document wilt afdrukken op normaal papier, hoeft u de printerinstellingen niet te wijzigen. Tijdens de
installatie van de printersoftware zijn de printereigenschappen ingesteld op de volgende
standaardwaarden:
•
Papiersoort: Printersensor gebruiken
•
Kwaliteit/snelheid: Automatisch
•
Papierformaat: A4 of Letter
•
Afdrukstand: Staand
•
Indeling: Normaal
Zie "Tips voor afdrukken" op pagina 14 voor meer informatie over de printerinstellingen voor
verschillende soorten afdruktaken.
Instellingen aanpassen voor het document
1
Open het gewenste bestand en klik op Bestand
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
2
Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
3
Selecteer een instelling voor afdrukkwaliteit op het tabblad Kwaliteit/exemplaren.
4
Selecteer een papiersoort en –formaat op het tabblad Papierinstellingen.
5
Wijzig de indeling van het document op het tabblad Afdrukindeling.
6
Klik op OK om de instellingen toe te passen.
Afdrukken.
Printersoftware
9