Inktcartridges uitlijnen
Gewoonlijk hoeft u cartridges alleen uit te lijnen als u een cartridge hebt geïnstalleerd of vervangen.
Mogelijk moet u ook in de volgende gevallen de cartridges uitlijnen:
•
tekens zijn niet goed afgedrukt of niet uitgelijnd langs de linkermarge;
•
verticale rechte lijnen zijn afgedrukt met golvingen.
U lijnt als volgt de cartridges uit:
1
Plaats normaal papier in de printer.
2
Open Lexmark Printeroplossingen. Zie pagina 11 voor meer informatie.
3
Klik op Uitlijnen om vage randen te voorkomen op het tabblad Onderhoud.
4
Klik op Afdrukken.
De uitlijningspagina wordt afgedrukt.
Als u de inktcartridges handmatig moet uitlijnen, selecteert u de beste uitlijningswaarden op
de afgedrukte pagina.
a
Zoek naar het getal onder de donkerste pijl van elke uitlijningsgroep.
b
Klik op de pijlen in het dialoogvenster Cartridges uitlijnen om voor elke uitlijningsgroep het
getal te selecteren dat overeenkomt met de donkerste pijl op de afgedrukte pagina.
c
Klik op OK.
Als de uitlijningspagina niet wordt afgedrukt, controleert u of de sticker en transparante
tape zijn verwijderd van de inktcartridges. Zie pagina 46 voor meer informatie.
Afdrukkwaliteit verbeteren
Als u niet tevreden bent met de afdrukkwaliteit van het document, kunt u de afdrukkwaliteit als volgt
verbeteren:
•
Gebruik het juiste papier voor het document. Gebruik bijvoorbeeld fotopapier als u een foto
wilt afdrukken.
•
Gebruik zwaarder papier, helderwit papier of coated papier.
•
Selecteer een hogere afdrukkwaliteit:
1
Klik op Bestand
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
2
Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
3
Selecteer Beter of Best in het gedeelte Kwaliteit/snelheid.
Afdrukken in de toepassing.
Inktcartridges uitlijnen
48