5. Indien nodig verwijdert u de directe koelluchtcirculatieplaat voor eenvoudigere bediening. Zie 'De
directe koelluchtcirculatieplaat verwijderen en opnieuw installeren' op pagina 96.
6. Voer, afhankelijk van de vraag of u een PCI-kaart installeert of vervangt, één van de volgende
handelingen uit:
• Als u een PCI-kaart installeert, gaat u als volgt te werk:
a. Aan de linkerkant van de PCI-kaartsleuf tilt u de hendel
kantelt u deze hendel naar links totdat hij stopt. De PCI-kaartklem
Figuur 65. De PCI-kaartklem openen
b. Verwijder het metalen afdekplaatje van de sleuf op de achterzijde van het chassis.
• Als u een PCI-kaart vervangt, gaat u als volgt te werk:
2
op totdat hij niet verder kan. Vervolgens
1
is geopend.
1
.
Hoofdstuk 9
Hardware installeren en vervangen
119