S 0ne
4.4.5 Paneel
Met dit submenu kunt u de interne segmentatie-functie van de snijplotter in- of uitschakelen.
Segmentatie wordt gebruikt voor verschillende toepassingen. De meest voorkomende zijn
FlexCut en lange jobs met of zonder de roll-up functie.
Segmenteren: om de segmentatie te activeren of te desactiveren.
Paneelgrootte: om de grootte van het segment in te stellen.
Segment hersnijden: om in te stellen hoe vaak een segment opnieuw moet worden gesneden.
Deze functie is interessant bij dik en moeilijk te snijden materiaal. De waarde van deze
parameter wordt genegeerd als segmentatie is gedeactiveerd. Als deze parameter is ingesteld
op 0, zal de snijplotter elk segment slechts één keer snijden. Als deze is ingesteld op 1, wordt
elk segment twee keer gesneden.
Sorteren vectoren:
1. Uit:
Standaardinstelling. De vectoren worden niet geoptimaliseerd. Kies voor deze optie
wanneer de intelligentie van de snijplotterdriver de voorkeur heeft.
2. Directioneel:
De
(materiaalbeweging). Kies voor deze optie wanneer de snijdruk relatief hoog moet worden
ingesteld (bijvoorbeeld bij doorsnijden).
3. Startpunt:
Optimaliseert het startpunt voor gesloten curven. Kies voor deze optie wanneer
u merkt dat de curven niet sluiten zoals zou moeten.
Gedetailleerde bediening
vectoren
worden
Gebruikershandleiding
geoptimaliseerd
voor
de
snijrichting
4-5