7.2
ALARMEN
De pomp geeft een alarm af als er een
reactie van de gebruiker nodig is om
een verdere veilige afgifte van de me
dicatie te waarborgen.
In geval van een alarm stopt de pomp
de afgifte van de medicatie direct en
signaleert de onderbreking met een
alarmtoon.
Apparaatfout
In de tabel op de volgende bladzijden
Bij alle alarmen knippert het rode sig
staan de diverse alarmen beschreven
naallampje rechts boven het scherm.
en de maatregelen om de storing te
Er weerklinkt een geluidssignaal.
verhelpen.
Als het scherm zwart blijft, dan gaat
het om een apparaatfout.
De weergave van de apparaatfout ver
schijnt drie minuten lang. Meer infor
matie over de apparaatfout vindt u op
bladzijde 109.
106
Alarm met foutmelding
Bij een foutmelding geeft de pomp te
vens een tekstmelding. Op het scherm
vindt u de reden voor de onderbreking
en de melding hoe u de storing kunt
verhelpen.
Het alarm blijft op het scherm staan
tot u de melding bevestigt met
.
Alarm
Waarom treedt het op?
De resterende hoeveelheid medicatie in het
reservoir is kleiner dan de ingestelde ba
Reservoir leeg
saalsnelheid of de ingestelde bolusdosis.
Het reservoir is tijdens het gebruik verwijderd.
Geen reservoir
De accu (batterij) is leeg en moet worden
opgeladen.
Batterij leeg
7
Wat moet ik doen?
Bevestig het alarm met
en vervang de
infusieset en het reservoir volgens de instruc
4.4
ties in
hoofdstuk
.
Bevestig het alarm met
en zet het reser
voir weer terug. Start vervolgens de afgifte
van de basaalsnelheid.
Als u een nieuw reservoir wilt aansluiten, volg
4.4
dan de instructie volgens
hoofdstuk
.
Bevestig het alarm met
en ver
vang de accu volgens de instructies in
4.7
hoofdstuk
.
107