Neem de papierrol uit de printer als u dit papier
niet meer gaat gebruiken. Als u de papierrol wel
gaat gebruiken, ontgrendelt u de papierhendel en
rolt u de papierrol stevig op. Als u losse vellen wilt
gebruiken, verwijdert u de rol uit de printer en
bewaart u dit papier op een aparte plaats.
De verpakking opnieuw gebruiken
Als u de printer over een lange afstand moet
vervoeren, dient u deze te verpakken in de
oorspronkelijke dozen en verpakkingsmaterialen.
Neem contact op met uw leverancier voor hulp.
De printer aansluiten
Voor Windows
De manier waarop u de printer aansluit op de pc
is afhankelijk van de manier waarop u uw
afdruktaken wilt verzenden. Als u ze rechtstreeks
wilt verzenden, gebruikt u de ingebouwde
parallelle interface of de USB-interface. Als u ze
binnen een netwerk wilt versturen, gebruikt u een
optionele interfacekaart.
De ingebouwde parallelle interface
gebruiken
Om de ingebouwde parallelle interface te kunnen
gebruiken hebt u een afgeschermde kabel (twisted
pair) nodig. Voer de onderstaande stappen uit om
de printer op de computer aan te sluiten.
Opmerking:
Als u een USB-kabel hebt aangesloten op de printer
moet u deze eerst verwijderen voor u de parallelle
interface kunt aansluiten.
1. Zet zowel de printer als de computer uit.
2. Sluit de kabelconnector stevig aan op de
interfaceconnector van de printer. Knijp
vervolgens de draadklemmetjes dicht tot deze
aan weerszijden vastklikken. Als uw kabel een
aarddraad heeft, sluit u deze aan op de
aardaansluiting onder de interface-connector.
3. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op
de parallelle poort van uw computer.
Een USB-verbinding gebruiken (voor
Windows Me, 98, XP en 2000)
Om de printer op de USB-poort van de computer
aan te sluiten, hebt u een standaard afgeschermde
USB-kabel nodig. Voer de onderstaande stappen
uit om de printer op de computer aan te sluiten.
Opmerking:
De voorzieningen EPSON-printerpoort en
DMA-overdracht (alleen voor Windows Me, 98 en 95)
van de EPSON-printerdriver die u installeert, kunnen
niet worden gebruikt met USB-verbindingen. Ze zijn
alleen te gebruiken met een parallelle
interface-verbinding. Zie de Gebruikershandleiding
voor meer informatie over de EPSON-printerpoort en
DMA-overdracht.
1. Zet zowel de printer als de computer uit.
17