DE INBRAAK ALARMFUNCTIE GEBRUIKEN
*
Deze functie is beschikbaar wanneer de ingangen 1, 2
en/of 3 van deze post zijn ingesteld op "INBRAAK" in het
menuvenster [INSTAL] tijdens installatie, en er een sensor is
aangesloten op elke ingang.
Als de functie "Alarm" van deze post is ingeschakeld,
klinkt er een alarm signaal wanneer een sensor wordt
geactiveerd.
Kies "AANWEZIG" of "AFWEZIG".
■ AANWEZIG
Alarmstand terwijl u aanwezig bent (perimeter-bewaking).
Het systeem wordt onmiddellijk gewapend wanneer de
alarmfunctie wordt geactiveerd.
■ AFWEZIG
Alarmstand wanneer u uw huis/kantoor verlaat (volledige
bewaking). Het systeem wordt gewapend na een instelbare
vertragingstijd.
Om de alarmmodus te activeren
1
Druk op
ALARM in het HOME-venster.
2
Kies sensor S1, S2 of S3 door te drukken op
ACTIVEREN .
Alle sensors worden standaard ingesteld op "ACTIVEREN".
*
3
Kies
AANWEZIG of AFWEZIG .
De alarmfunctie wordt geactiveerd en het
ALARM -pictogram in het HOME-venster wordt rood.
Bij het instellen van
AFWEZIG is er een vertraging
*
voordat het systeem wordt ingeschakeld/uitgeschakeld.
Zie pagina 14 ("Instellen van INSCHAKELTIJD en
UITSCHAKELTIJD") als de tijd dient te worden bijgesteld.
Als "S1", "S2" en/of "S3" rood geworden zijn:
*
AFWEZIG is geselecteerd, klinkt het alarm
•
Als
wanneer de vertragingstijd is verstreken.
•
AANWEZIG
kan niet worden geselecteerd.
Als een sensor wordt geactiveerd
Wordt een bericht weergegeven op het scherm met
vermelding van het sensor-ID-nummer, de statusled
knippert rood en u hoort een alarmsignaal op alle hoofd-
en bijposten.
Sensor
Alarm
OPMERKINGEN:
Het alarm klinkt met maximaal volume (10), zelfs als het volume
•
van de beltoon is ingesteld op 0.
Deurpost 1 slaat ook alarm en de witte led gaat branden.
•
Alle functies van deze post zijn beschikbaar als het alarm aan
•
is. Er kunnen echter geen instellingen voor het alarm worden
gewijzigd.
Als het alarm wordt geactiveerd, wordt er geen andere invoer voor
•
het alarm uitgeschakeld totdat het alarm stopt.
Om het alarm uit te schakelen
Druk op ALARM in het HOME-venster.
De kleur van het ALARM -pictogram verandert van rood naar
blauw.
Om het alarm te stoppen
Wanneer stand "AFWEZIG" is geactiveerd en de vertragingstijd
*
is verstreken, of als een sensor wordt geactiveerd voordat de
vertragingstijd is verstreken, luidt het voor-alarm. Het alarm
gaat af nadat de vertragingstijd is verstreken.
[Als er geen CODE ALARM is]
Druk op RESET .
[Als er wel een CODE ALARM is]
1
RESET .
Druk op
2
Voer CODE ALARM in en bevestig met
De post gaat naar de stand-bystand.
Als CODE ALARM verkeerd is ingevoerd, verschijnt er een
*
foutmelding. Voer de juiste code in voor CODE ALARM.
(Zie pagina 14 voor het instellen van CODE ALARM).
CODE ALARM herstellen
Druk op de [HOME]-knop en houd deze langer dan 2 seconden
ingedrukt terwijl het alarm klinkt.
Deze methode is pas beschikbaar nadat de vertragingstijd is
*
verstreken.
De code voor CODE ALARM wordt 2 seconden lang op het
scherm getoond.
Knippert rood.
INVOEREN .
29