11.
PROBLEEM ANALYSE
Probleem
Er komt geen zaad uit de
machine.
Het zaad zit niet in de
zaaisnede.
Te veel zaad komt uit de
machine.
Zaaisnedes zijn slecht
gevormd.
Zaaisnedes zijn niet
gesloten.
Mogelijke oorzaak
Het zaad is vochtig en klontert
aan elkaar.
Tandwielkast verkeerd ingesteld.
De zaadklep is verkeerd
afgesteld.
Geen zaad in de zaadbak.
Zaaipijpen / funnels zijn verstopt /
vervuild.
Messen zijn versleten.
Verkeerde werkdiepte.
Bodem is te nat.
Bodem is te hard.
Tractoraanspanning is te laag.
Topstang verkeerd afgesteld.
Te veel vilt in de toplaag van het
veld.
Te weinig gewicht.
De zaadklep instelling is incorrect Stel de zaadklep instelling af.
Tandwielkast instelling te hoog.
Versleten messen
Messen draaien niet rond / zitten
vast.
Lagers van de messen versleten.
Slechte bodemcondities.
Te veel vilt in de toplaag van het
veld.
Topstang verkeerd afgesteld.
Snedes zijn te wijd.
Bodem is te hard.
22
Oplossing
Gebruik droog zaad.
Stel de tandwielkast af naar de juiste
instelling.
Stel de zaadklep af naar de juiste
instelling.
Controleer en vul aan.
Verhelp verstopping / maak schoon.
Vervang de messen.
Verstel de werkdiepte van de
machine.
Stel bewerking uit tot betere
condities.
Beluchten / beregenen en stel het
zaaien uit tot een later tijdstip.
Trekarmen in een hoger gat
aanbrengen.
Stel de topstang juist af.
Verwijder het vilt.
Gewicht aanbrengen.
Stel de tandwielkast af naar de juiste
instelling.
Vervang de messen.
Stel de topstang juist af.
Vervang de lagers.
Verlaag de werkdiepte. Belucht /
beregen de bodem en herhaal het
zaaien op een later tijdstip.
Verwijder het vilt.
Stel de topstang juist af.
Verlaag de werkdiepte.
Beluchten / beregenen en stel zaaien
uit tot later tijdstip.
Tabel 6