Defecten en storingen
Waarschuwing voor elektrische spanning
Werkzaamheden waarvoor het openen van de
behuizing noodzakelijk is, mogen uitsluitend door
geautoriseerde vakbedrijven of door Trotec worden
uitgevoerd.
Waarschuwing
Letselgevaar door ondeskundige reparatie!
Probeer nooit veranderingen aan het apparaat of
reparaties zelf uit te voeren.
Eigenhandige veranderingen kunnen tot zwaar letsel of
de dood leiden.
Laat reparaties alleen uitvoeren door een
gecertificeerde en gespecialiseerde werkplaats.
Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op een
goede werking getest. Mochten er desondanks storingen
ontstaan, controleer het apparaat dan op basis van de volgende
lijst.
Het apparaat start niet:
• Controleer de netaansluiting.
• Controleer het netsnoer en de netstekker op
beschadigingen.
• Controleer de afzekering van de gebouwinstallatie.
Bij het eerste gebruik ontstaan vonken en/of rook.
• Hierbij gaat het niet om een fout of een storing. Na kort
draaien verdwijnen deze verschijnselen.
Geluidsontwikkeling bij ontsteking of bij het afkoelen:
• Hierbij gaat het niet om een fout of een storing. De
metaaldelen van het apparaat zetten uit door hitte en
veroorzaken geluiden.
Vonken en/of vlammen komen uit het apparaat tijdens het
ontsteken:
• Hierbij gaat het niet om een fout of een storing. Er kan
lucht aanwezig zijn in de leidingen. Houd de
veiligheidsafstand tot het apparaat aan!
16
De vlam in de verbrandingskamer ontsteekt niet:
• Controleer het vulpeil van de tank. Brandstof bijtanken als
de tank leeg is (zie hoofdstuk onderhoud).
• Controleer het brandstoffilter in de brandstofpomp op
verontreinigingen. Neem contact op met de klantenservice
als het verontreinigd is.
• Controleer de brandstof op verontreinigingen door modder
of water. Indien nodig de brandstof volledig aftappen en
nieuwe brandstof bijvullen (zie hoofdstuk onderhoud).
• Veiligheidsuitschakeling: Gaat de vlam tijdens bedrijf uit,
worden de elektronica en de oliepomp uitgeschakeld.
Controleer de oorzaak op basis van de onderstaande
criteria:
– Alleen voor gekwalificeerd personeel!
De vlam gaat uit tijdens de verbranding:
• Controleer op een ongehinderde luchttoevoer. Maak indien
nodig de aanzuigopening schoon.
• Controleer het vulpeil van de tank. Brandstof bijtanken, als
de tank leeg is (zie hoofdstuk bediening).
• Controleer het brandstoffilter in de brandstofpomp op
verontreinigingen. Neem contact op met de klantenservice
als het verontreinigd is.
• Controleer de brandstof op verontreinigingen en vervangen
indien nodig.
• Stroomuitval: bij een stroomuitval dooft de ontsteking en
schakelt het apparaat direct uit. Na een netuitval start het
apparaat niet weer automatisch, het moet opnieuw worden
gestart met de aan-/uit-schakelaar.
Het apparaat verliest brandstof:
• Controleer of niet teveel brandstof is gevuld. Indien de
brandstof indien nodig aftappen, zie het hoofdstuk tank
leegmaken.
• Controleer of de aftapplug goed vastzit en deze indien
nodig natrekken.
• Controleer de afdichting van de aftapplug en vervang deze
bij beschadigingen.
• Controleer de brandstofpomp op lekkages. Neem contact
op met de klantenservice als u twijfelt aan de
probleemloze toestand van de brandstofpomp.
olieverwarmingsapparaat IDE 20 / IDE 30 / IDE 50 / IDE 60 / IDE 80
Controleer de ontsteking: De afstand tussen de beide
ontstekingselektroden moet 4 tot 5 mm zijn.
NL