Bediening
Het apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die zijn
geïnstrueerd voor het bedienen van het apparaat.
Bedieningselement
IDE 20
15
16
IDE 30 / IDE 50 / IDE 60 / IDE 80
20
21
15
Nr.
Aanduiding
15
Draaischakelaar thermostaat
16
Bedrijfslampje
17
Waarschuwingssymbool
18
Aan-/uit-schakelaar
19
Aansluiting voor externe thermostaat
20
Weergave instelwaarde
21
Weergave van de actuele ruimtetemperatuur
NL
18
17
19
17
18
19
olieverwarmingsapparaat IDE 20 / IDE 30 / IDE 50 / IDE 60 / IDE 80
Apparaat inschakelen
Draag gehoorbescherming.
Het inwerken van geluid kan zorgen voor gehoorverlies.
Het apparaat werkt tot het bereiken van de gewenste
ruimtetemperatuur.
1. De aan-/uit-schakelaar (18) naar de stand I schakelen.
ð De aan-/uit-schakelaar (18) brandt.
2. De draaischakelaar thermostaat (15) instellen op de
gewenste ruimtetemperatuur. Deze moet hoger zijn dan de
actuele ruimtetemperatuur. Gebruik ter oriëntatie de
volgende afbeelding.
3. Controleer of inderdaad een ontsteking heeft
plaatsgevonden.
13