externe installatiepomp met
open verdeler
figuur 6.1.a
Keteltype
Q25S
Q38S
Solo
Q51S*
Q60S*
Q25C
Q38C
Combi
Q42C
Q51C*
* Geen opgave van restopvoerhoogte, omdat de Q51S, Q51C en Q60S ketel altijd aangesloten
moet worden op een open verdeler.
Installatieweerstand
ATAG levert hiervoor de AA1OV09U Open verdeler voor 1 toestel. Deze wordt direct
onder de cv-ketel op de aanvoer- en retourleiding aangesloten.
Indien de installatieweerstand hoger is dan de vermelde waarde zal de pomp op maximale
pompcapaciteit gaan draaien en de belasting aanpassen totdat een, voor de regeling
acceptabel, temperatuurverschil tussen aanvoer- en retourwater is bereikt.
Wanneer het temperatuurverschil hierna te groot blijft zal de ketel zichzelf uitschakelen
en wachten tot het te grote temperatuurverschil tussen de aanvoer en de retour weer
afgenomen is.
De regeling zal, indien een onacceptabel temperatuurverschil wordt geconstateerd,
herhaaldelijk proberen waterstroming tot stand te brengen. Lukt dit niet, dan zal de ketel
blokkeren.
Indien de installatieweerstand te hoog is, kan in combinatie met een open verdeler een
extra externe pomp in serie met de ketel worden geïnstalleerd. De voeding voor deze
externe circulatiepomp kan in de ketel op het aansluitblok worden aangesloten, waardoor
deze pomp op dezelfde tijdstippen schakelt als de ketelpomp.
Het maximaal opgenomen vermogen van de externe circulatiepomp mag maximaal 230
W (1 Amp) zijn. De extra externe pomp moet op basis van de installatieweerstand en
benodigde flow geselecteerd worden.
De ketel is standaard voorzien van een waterfilter in de retourleiding van de ketel. Hiermee
wordt voorkomen dat eventuele vervuiling van het cv-water in de ketel terechtkomt. De
ketel is tevens voorzien van een intern overstortventiel van 3 bar. Deze is gezamenlijk
met de condensafvoer aangesloten op de afvoerconstructie naar het riool.
Indien alle, of een groot deel, van de radiatoren voorzien zijn van thermostatische
radiatorkranen, moet een drukverschilregelaar (AVDO) worden toegepast om stromings-
problemen in de installatie te voorkomen. De toegepaste drukverschilregelaar moet
dezelfde diameter hebben als de aansluitdiameter van de aanvoer- en retourleiding van de
ketel. De diameter van de leidingen tussen de ketel en de toegepaste drukverschilregelaar
mag niet verkleind worden.
De ketel is niet geschikt voor installaties die zijn uitgevoerd met "open"
expansievaten.
Toevoegmiddelen aan het water in de installatie zijn slechts toegestaan na
schriftelijke toestemming van ATAG Verwarming.
Bij het toepassen van meerdere cv-ketels in één installatie verwijzen wij u naar het
cascade installatievoorschrift.
Pomptype
Waterstroming ketel
l/min
UPM2 20-70
16,5
UPM2 20-70
24,0
UPM2 20-70
28,1
UPM2 20-70
38,1
UPM2 20-70
16,5
UPM2 20-70
24,0
UPM2 20-70
23,5
UPM2 20-70
28,1
Toelaatbare
installatieweerstand
l/h
kPa
992
25
1440
20
1685
2284
992
25
1440
20
1412
20
1685
tabel 6.1.a
mbar
250
200
250
200
200
9