(d) Beschadigde kammen en lellen bij de
hanen
(e) Haan te oud
(f) Haan steriel
(g) Ei te lang of onder verkeerde omstan-
digheden bewaard
Bloedringen
(a) Temperatuur van de incubator te hoog
die
op
een
of te laag
2
vroege
dood
van het em-
bryo wijzen
(b) Zoals bij 1(g)
(a) Zoals bij 2(a)
(b) Eieren niet naar behoren omgedraaid
(c) Voedingstekort, indien sterftecijfer op
Gebroken
ei-
dag 10–14 hoog is
3
erschaal
(d) Ventilatie incubator defect of gebrekkig
(e) Besmettelijke ziekte(n)
(a) Luchtvochtigheid in incubator ontoerei-
kend
Eieren die niet
4
(b) Te hoge luchtvochtigheid in vroeg sta-
uitkomen
dium
(c) Problemen bij het voeden
(a) Te vroeg
(a) Temperatuur in incubator te hoog
uitgekomen
(b) Te laat uit-
5
(b) Temperatuur in incubator te laag
gekomen
(c) Plakkerige
(c) Temperatuur in incubator waarschijnlijk
kuikens
te hoog
(a) Temperatuur in incubator te hoog
Misvormde
6
kuikens
(b) Temperatuur in incubator te laag
© by WilTec Wildanger Technik GmbH
http://www.WilTec.de
http://www.aoyue.eu
http://www.teichtip.de
de afzonderlijke broedhokken inrich-
ten of de dieren binnen een groot
broedhok scheiden.
(d) Voor een comfortabele leefomge-
ving en voldoende geschikte drink-
bakken zorgen.
(e) De oude dieren vervangen.
(f) De steriele dieren vervangen.
(g) De broedeieren niet langer dan
10–12 dagen en bij en lage tempera-
tuur van 8–15 ℃ met een luchtvoch-
tigheid van ca. 75 % bewaren. Opge-
slagen broedeieren minstens een-
maal per dag om de lengteas
draaien.
(a) Thermometer, thermostaat en
stroomtoevoer controleren; aanwij-
zingen van de fabrikant voor een
juiste aansluiting en instelling van het
apparaat volgen.
(b) Zoals bij 1(g)
(a) Zoals bij 2(a)
(b) Eieren minimaal 4–5 keer per dag
en altijd in de tegenovergestelde rich-
ting omdraaien.
(c) Voer controleren.
(d) Ventilatie met normale middelen
verhogen.
(e) Uitsluitend eieren uit gezonde op-
slagplaatsen gebruiken. Altijd de hy-
giënische omstandigheden controle-
ren.
(a) Verdampingsoppervlak met water
of sproeiers vergroten.
(b) Luchtvochtigheids- en tempera-
tuurmetingen controleren.
(c) Voer controleren.
(a) (b) (c) Voor juiste temperatuurin-
stellingen en de juiste condities voor
het gehele proces zorgen.
(a) Zoals bij 2(a)
(b) Zoals bij 2(a)
Artikel 52170
pagina 13
03
2022-1