De incubator is fabrieksaf op 38 ℃ ingesteld. Indien de kuikens al op de 19
kent dit dat de temperatuur te hoog is ingesteld. Pas de temperatuur aan met behulp van de hierboven
beschreven stappen. Een temperatuur van 37,6 ℃ wordt aangeraden.
Instellen temperatuuralarm (AL en AH)
De waarde voor het activeren van het alarm is op 1 ℃ graden ingesteld. Dit betekent dat het alarm
afgaat bij een temperatuurafwijking van 1 ℃.
Instellen alarm te lage temperatuur (AL)
1.
Druk 3 s lang op de instelknop.
2. Druk vervolgens herhaald o
op het scherm verschijnt.
3. Druk op de instelknop.
4. Druk op de "+" en "–" om de gewenste alarmwaarde in te stellen.
Instellen alarm te hoge temperatuur (AH)
1.
Druk 3 s lang op de instelknop.
2. Druk vervolgens herhaald op de pijltjes naar boven en beneden totdat de beschrijving "AH" op
het scherm verschijnt.
3. Druk op de instelknop.
4. Druk op de "+" en "–" om de gewenste alarmwaarde in te stellen.
Instellen alarm luchtvochtigheid (AS)
Het alarm voor een te lage luchtvochtigheid is fabrieksaf ingesteld op 45 %. Dit betekent dat er een
alarm afgaat zodra de luchtvochtigheid een waarde van 45 % bereikt. Dit is toereikend. Het is in principe
niet nodig deze instelling verder aan te passen.
Instellen alarm te lage luchtvochtigheid
1.
Druk 3 s lang op de instelknop.
2. Druk vervolgens herhaald op de pijltjes naar boven en beneden totdat de beschrijving "AS" op
het scherm verschijnt.
3. Druk op de instelknop.
4. Druk op de "+" en "–" om de gewenste alarmwaarde in te stellen.
Afhankelijk van het seizoen waarin u kuikens wilt broeden, zal de luchtvochtigheid door het aanvullen
van de waterkanalen tot 60 % stijgen. Vul beide kanalen iedere 4 tot 5 dagen. Op de 18
de eieren op het rechte oppervlak gelegd worden, dient er nog meer water bijgevuld te worden, zodat
de luchtvochtigheid naar 65 % stijgt. Zorg ervoor dat bij het aanvullen en navullen van water de eieren
en het mechanische deel van de incubator niet nat worden.
Kalibreren temperatuursensor (CS)
De thermometer is fabrieksaf op 0 ℃ (32 ℉) ingesteld. Indien de temperatuurweergave afwijkende
waarden laat zien dan kunt u de temperatuursensor kalibreren. Gebruik een externe thermometer om
de juiste temperatuur af te lezen. De afwijking tussen de temperatuurweergave op de incubator en de
externe thermometer is het verschil dat ingesteld dient te worden.
Instellen kalibratiewaarde:
1.
Druk 3 s lang op de instelknop.
2. Druk vervolgens herhaald op de pijltjes naar boven en beneden totdat de beschrijving "CS" op
het scherm verschijnt.
3. Druk op de instelknop.
4. Druk op de "+" en "–" om de gewenste alarmwaarde in te stellen.
Temperatuurboven- en -ondergrens instellen (HS en LS)
De waarden "HS" ("High Setting") en "LS" ("Low Setting") stellen de grens van het instelbereik van de
gewenste temperatuurinstelling in. Dit betekent concreet het volgende: Indien u het maximum ("HS") op
© by WilTec Wildanger Technik GmbH
http://www.WilTec.de
http://www.aoyue.eu
http://www.teichtip.de
p de pijltjes naar boven en beneden totdat de beschrijving "AL"
Artikel 52170
de
20
ste
dag uitkomen, bete-
de
dag, wanneer
pagina 11
03
2022-1