Inhoudsopgave
Advertenties
Nederlands
5.2 Binneneenheid
De binneneenheid moet in een vorstvrije en droge ruimte op
een egaal, glad en horizontaal oppervlak worden geplaatst.
Daarbij moet het frame rondom dicht bij de grond liggen om
een toereikende geluidsisolatie te garanderen. De ondergrond
moet het gewicht van de warmtepomp en de sanitairwaterhoe-
veelheid kunnen dragen.
De binneneenheid moet zo worden opgesteld, dat service aan
het apparaat probleemloos kan worden uitgevoerd. Dit is ge-
waarborgd als er vóór en aan de rechterkant van de warmte-
pomp een afstand van ca. 1 m wordt aangehouden.
1,0 m
In de plaatsingsruimte mogen niet afhankelijk van het seizoen
vorst of hogere temperaturen dan 35 ºC optreden.
Het minimumvolume van de ruimte waarin de warmtepomp is
opgesteld, mag afhankelijk van de koudemiddelhoeveelheid in
het apparaat niet lager zijn dan de volgende waarde:
Vermo-
Koudemiddel-
gensniveau
hoeveelheid
4 kW
2,00 kg R410A
6 kW
2,38 kg R410A
Bij een verhoging van de koudemiddelhoeveelheid moet het
ruimtevolume worden berekend volgens onderstaande for-
mule:
[minimaal toegestaan ruimtevolume m³] =
[koudemiddelhoeveelheid in kg] / [toegestane concentratie
0,39 kg/m³]
10
1,0 m
Toegestane
Minimaal
concentratie in
toegestaan
de plaatsings-
ruimtevolume
ruimte conform
bij
DIN EN 378
opstelling bin-
(Tab. C.3)
nen
0,39 kg/m³
5,13 m³
0,39 kg/m³
6,10 m³
DOK4x HOIAO WxDNL · FD 9912
Lucht/water-warmtepomp 6 kW
5.3 Geluidsemissies
Dankzij de doeltreffende geluidsisolatie werkt de warmtepomp
zeer stil. Geluidsoverdracht naar de fundering of naar het ver-
warmingssysteem wordt door interne ontkoppelingsmaatrege-
len in hoge mate voorkomen.
www.glendimplex.de
Advertenties
Inhoudsopgave
