Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiting Sanitairwater - Dimplex System M Comfort Plus 16 kW Montage- En Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Nederlands
Bij het vullen van de installatie moet op het volgende worden
gelet:
onbehandeld vul- en suppletiewater moet van drinkwa-
terkwaliteit zijn
(kleurloos, helder, zonder afzettingen)
het vul- en suppletiewater moet zijn gefilterd (poriënwijdte
max. 5 µm).
Kalksteenvorming in warmwaterverwarmingsinstallaties kan
niet worden voorkomen, maar is in installaties met aanvoertem-
peraturen onder 60 °C verwaarloosbaar gering. Bij hogetempe-
ratuurwarmtepompen en vooral bij bivalente installaties met
groot vermogen (combinatie warmtepomp + ketel) kunnen ook
aanvoertemperaturen van 60 °C en meer worden bereikt.
Daarom moet het vul- en suppletiewater volgens VDI 2035 -
blad 1 aan de volgende richtwaarden voldoen. De waarden van
de totale hardheid kunnen in de tabel teruggevonden worden.
Totaal ver-
Totaal
warmings-
aardalkaliën in
vermogen
mol/m³ resp.
in kW
mmol
< 50
2,0
2,0
50 - 200
1,5
200 - 600
> 600
< 0,02
1. Deze waarde ligt buiten de toegestane waarde voor warmtewis-
selaars in warmtepompen.
Abb. 6.1:Richtwaarden voor vul- en suppletiewater volgens VDI 2035
Bij installaties met een bovengemiddeld groot specifiek instal-
latievolume van 50 l/kW raadt de norm VDI 2035 het gebruik
van gedemineraliseerd water en een pH-stabilisator aan om het
corrosiegevaar in de warmtepomp en de verwarmingsinstallatie
te minimaliseren.
LET OP!
Bij gedemineraliseerd water moet erop worden gelet dat de
minimaal toegestane pH-waarde van 7,5 (minimaal toege-
stane waarde voor koper) niet wordt onderschreden. Een on-
derschrijding kan tot vernieling van de warmtepomp leiden.
Minimumdebiet verwarmingswater
Het minimumdebiet van het verwarmingswater van de warmte-
pomp moet in elke bedrijfstoestand van de verwarmingsinstal-
latie worden gegarandeerd. Bij onderschrijding van het mini-
mumdebiet van het verwarmingswater wordt de warmtepomp
geblokkeerd.
Het nominale debiet wordt afhankelijk van de max. aanvoer-
temperatuur aangegeven in de apparaatinformatie en moet bij
de planning in acht worden genomen. Bij retourtemperaturen
onder 30 °C moet het debiet zijn afgestemd op de nominale si-
tuatie.
Het aangegeven nominale debiet (zie "Apparaatinformatie")
moet in elke bedrijfstoestand worden gegarandeerd. De inge-
bouwde debietcontrole is uitsluitend bedoeld voor uitschake-
ling van de warmtepomp bij een ongewone en abrupte daling
van het minimale verwarmingswaterdebiet en niet voor de be-
waking en beveiliging van het nominale debiet.
14
Specifiek installatievolume
(VDI 2035) in l/kW
20 < 50
50
< 20
Totale hardheid in °dH
16,8
11,2
 11,2
8,4
< 0,11
8,4
1
< 0,11
1
< 0,11
DOK4x HOIAO CxDNL · FD 9912
Lucht/water-warmtepomp 16 kW met sanitairwater
Vorstbeveiliging
Warmtepompen die aan vorst blootstaan, moeten met de hand
worden afgetapt. Indien de warmtepompmanager en de ver-
warmingscirculatiepomp bedrijfsklaar zijn, werkt de vorstbevei-
ligingsfunctie van de warmtepompmanager. Bij buitenbedrijf-
stelling van de warmtepomp of bij stroomuitval moet de
installatie worden afgetapt. Bij warmtepompsystemen waarbij
stroomuitval niet kan worden herkend (vakantiehuis), moet de
verwarmingskring met een geschikte vorstbeveiliging worden
gebruikt.

6.4 Aansluiting sanitairwater

De installatie en inbedrijfstelling moeten worden uitgevoerd
door een gecertificeerd vakbedrijf. Daarbij moet de werking en
de dichtheid van het gehele systeem worden gecontroleerd, in-
clusief de in de fabriek gemonteerde delen. De volgens DIN
4753 geëmailleerde boiler is geschikt voor normaal drinkwater.
In de verbruikerkring kunnen de volgende materialen in de sani-
tairwaterkring zijn gemonteerd:
Koper
Roestvrij staal
Messing
1
Kunststof
Neem bij de installatie van het drinkwatersysteem ook de voor-
schriften conform de richtlijn van het Duitse Umweltbun-
desamt [federale milieudienst] (positieve lijst) in acht. Afhanke-
lijk van de in de sanitairwaterkring toegepaste materialen
(installatie door de klant) kan er door incompatibele materialen
corrosieschade optreden. Hierop moet in het bijzonder worden
gelet als verzinkte en aluminiumhoudende materialen worden
gebruikt. Als er tijdens het gebruik gevaar bestaat dat het water
verontreinigingen bevat, moet een geschikte filter worden aan-
gebracht.
De op het typeplaatje vermelde werkoverdrukken mogen niet
worden overschreden. Indien nodig moet er een drukreduceer-
ventiel worden gemonteerd.
Controleer vóór de inbedrijfstelling of de watertoevoer ge-
opend en de boiler is gevuld.
De sanitairwaterboiler moet ter plaatse worden voorzien van
een gecertificeerd veerbelast membraanveiligheidsventiel.
Tussen de boiler en het veiligheidsventiel mag geen afsluitin-
richting worden ingebouwd. De storingsvrije werking van het
ventiel moet regelmatig worden gecontroleerd.
Voordat de verwarmingswaterleidingen worden aangeslo-
ten, moet de gladdebuiswarmtewisselaar worden ge-
spoeld met water.
De op het typeplaatje vermelde werkoverdrukken mogen
niet worden overschreden. Indien nodig moet er een druk-
reduceerventiel worden gemonteerd.
Elektrische installaties mogen alleen door erkende elektro-
monteurs en volgens het overeenkomstige schakelschema
worden aangesloten. De voorschriften van het energiebe-
drijf en van VDE [vereniging van Duitse elektromonteurs]
moeten beslist in acht worden genomen.
Geadviseerd wordt jaarlijks een onderhoudsbeurt aan de instal-
latie te laten uitvoeren door een vakbedrijf.
LET OP!
De magnesiumanode moet volgens DVGW voor het eerst na 2
jaar en vervolgens met dezelfde tussenpozen door de service
worden gecontroleerd en indien nodig vervangen. (Anode
vervangen als de beschermingsstroom lager dan 0,3 mA is)
www.glendimplex.de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

16choiaoc616ihoiaoc6

Inhoudsopgave