Nederlands
1
Veiligheidsvoorschriften
1.1 Symbolen en aanduiding
Bijzonder belangrijke opmerkingen zijn in deze handleiding met
LET OP! en OPMERKING aangeduid.
LET OP!
Direct levensgevaar of gevaar voor ernstig lichamelijk letsel of
zware materiële schade.
HINWEIS
OPMERKING
Kans op materiële schade of licht lichamelijk letsel of belang-
rijke informatie zonder bijkomende gevaren voor personen en
materiaal.
1.2 Voorschriften en
veiligheidsaanwijzingen
Bij de inbedrijfstelling dienen de landspecifieke evenals de
desbetreffende VDE-veiligheidsbepalingen, vooral VDE
0100 en de technische aansluitvoorwaarden van de ener-
gieleveranciers (EVB) en de voedingsnetbeheerders in acht
te worden genomen!
De warmtepompmanager mag uitsluitend in droge ruimtes
met temperaturen tussen 0 °C en 35 °C worden gebruikt.
Condensatie is niet toegestaan.
Alle aansluitleidingen voor voelers kunnen bij een door-
snede van 0,75 mm² tot maximaal 40 m verlengd worden.
Leg de voelerleidingen niet samen met stroomvoerende
leidingen.
Ter waarborging van de vorstbeveiligingsfunctie mag de
warmtepompregelaar niet spanningsvrij geschakeld wor-
den, en er moet stroming door de warmtepomp plaatsvin-
den.
De schakelcontacten van de uitgangsrelais zijn ontstoord.
Daarom is er afhankelijk van de interne weerstand van een
meetinstrument, ook wanneer de contacten niet gesloten
zijn, een spanning meetbaar die echter lager is dan de nets-
panning.
Aan de adapterprintplaten -N1/SL, -N1/ML, -N17/LV als-
ook de stekkers -N1/J9 .. J14 en J29 en -N17/J6 en J9 is
er extra lage spanning. Wanneer er door bedradingsfouten
aan deze klemmen netspanning aangelegd wordt, vernie-
tigt dit de warmtepompmanager.
2
452117.66.03 · FD 0004
WPM Touch
www.glendimplex.de