Corrigeer of stel bij indien nodig.
Breng vóór het demonteren merktekens op de ventilatorschoepen en ventilatornaaf aan zodat u deze
onderdelen onder de juiste schoephoek kunt hermonteren.
Voer nooit onderhoudswerkzaamheden uit op of bij ventilatoren, motoren en aandrijvingen of in
het toestel zonder eerst de ventilator- en pompmotoren te isoleren, te markeren en in uit-stand te
VENTILATORMOTOR
De standaard ventilatormotor voor deze reeks toestellen is een gesloten ventilatorgekoelde motor. De motor
met bouwgrootte kleiner dan of gelijk aan 200L beschikt over blijvend gesmeerde kogellagers en een speciale
vochtbescherming op de lagers, as en wikkelingen. De enige onderhoudsactie tijdens de werking is de motor
minstens iedere drie maanden aan de buitenkant schoonmaken om voor een afdoende motorkoeling te zorgen.
Na langdurige stilstand moet u de motorisolatie controleren met een isolatietestapparaat (weerstands- of
Megohmmeter) alvorens de motor opnieuw op te starten.
Alleen motoren met beschermingsgraad IP66 mogen met water gewassen worden. Controleer driemaandelijks:
•
elektrische aansluitingen
•
motorbeveiligingen
•
opgenomen motorstroom
•
motorlagers op lawaai/oververhitting
•
motorbevestigingsbouten
•
buitenvlak van de motor op corrosie
Als de motor voorzien is van een verwarmingselement in de wikkelingen, moet dit worden geactiveerd wanneer
de motor uitgeschakeld is om condensatie in de motor te voorkomen.
Laat de ventilatormotor(en) niet draaien of start deze niet wanneer er geen warmtebelasting is.
SPROEIWATERPOMP
De BAC-pomp omvat een mechanische afdichting tussen de pompbehuizing en pompmotor. De goede werking
van deze afdichting moet om de drie maanden worden gecontroleerd en de afdichting moet indien nodig worden
vervangen.
30
W W W . B A L T I M O R E A I R C O I L . E U
WAARSCHUWING
vergrendelen.
WAARSCHUWING