31-ALARMEN
SIGNALERING VAN ALARMEN
Wanneer er zich een werkingsstoring voordoet, gaat de kachel over naar uitschakeling wegens alarm en informeert de gebruiker over de
aard van het
defect dat zich heeft voorgedaan via een code met 3 cijfers, die op het noodpaneel aan de achterkant weergegeven blijft.
Het alarm wordt permanent gemeld door de betreffende driecijferige code, door een rood knipperend controlelampje dat altijd op het
noodbedieningspaneel verschijnt en, gedurende de eerste 10 minuten, door een periodieke geluidssignalering. Om de kachel uit de
alarmstatus te laten komen en de gewone werkstatus van de kachel te herstellen, dient u de aanwijzingen te lezen die in de volgende 2
paragrafen staan.
De volgende tabel beschrijft de mogelijke alarmen die door de kachel worden gemeld en die aan de respectievelijke codes toegekend zijn
die op het noodpaneel verschijnen, alsook handige tips om het probleem op te lossen.
TEKST OP HET DISPLAY
A01
A02
A03
A04
A05
A08
A09
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
AARD VAN HET PROBLEEM
De vlam gaat niet aan
Abnormaal uitdoven van het
vuur
De temperatuur van het
pelletreservoir overschrijdt de
voorziene veiligheidslimiet.
Oververhitting van de structuur
door onvoldoende warmte-
afvoer.
De
temperatuur
van
afgevoerde
rookgassen
heeft
bepaalde
vooraf
ingestelde veiligheidslimieten
overschreden.
Verstopping van het rookkanaal
- wind - deur open.
De rookextractor slaagt er niet in
de primaire lucht te garanderen
die nodig is voor een correcte
verbranding.
Slechte
werking
van
rookgasventilator
De rooksonde is defect en
detecteert niet correct de
temperatuur van de afgevoerde
rookgassen.
OPLOSSING
Controleer de hoeveelheid pellets in de voorraadbak.
Controleer of de vuurpot correct in zijn zitting is geplaatst en of er
geen aangekoekte resten of onverbrande pellets zijn.
Controleer of de bougie warm wordt.
Maak de vuurpot eerst leeg en zorgvuldig rein vooraleer opnieuw
in te schakelen.
Controleer de hoeveelheid pellets in de voorraadbak.
Controleer of de vuurpot correct in de zitting is geplaatst en of ER
geen duidelijke onverbrande afzettingen aanwezig zijn.
De structuur is te heet omdat het product te lang op het
maximumvermogen gewerkt heeft of omdat er weinig ventilatie
is. Wanneer het product voldoende koud is, druk dan op knop B van
het bedieningspaneel of op OFF op de afstandsbediening om alarm
A03 te annuleren. Als het alarm geannuleerd is, kan men de kachel
weer normaal inschakelen.
de
De kachel gaat automatisch uit. Laat de kachel enkele minuten
afkoelen en schakel daarna weer in. Controleer de evacuatie van de
rookgassen en controleer het gebruikte type pellets op basis van de
aanwijzingen in hfdst. 2 van deze handleiding.
Controleer het rookkanaal en de sluiting van de deur.
Moeizame trek of verstopping van de vuurpot.
Controleer of de vuurpot verstopt is door afzettingen en reinig de
pot zo nodig.
Controleer en reinig eventueel de rookleiding en de luchtinlaat.
de
Controleer de reine staat van de ventilatorruimte en kijk of er vuil
is dat de ventilator blokkeert. Volstaat dit niet dan is de ventilator
voor de rookafvoer defect. Neem contact op met een erkend
servicecentrum om de vervanging uit te voeren.
Neem contact op met een erkend servicecentrum om de vervanging
van dit component uit te voeren.
43