Controleer steeds voor gebruik of het oliepeil tussen de
markeringen FULL (vol) en ADD (bijvullen) op de
peilstok (fig. 2) staat. Vul olie bij als het peil te laag is.
1. Plaats de maaier op een horizontale ondergrond en
maak de omgeving van de peilstok schoon (fig. 2).
2. Verwijder de peilstok door de dop 1/4 slag linksom te
draaien.
3. Veeg de peilstok schoon.
4. Steek de peilstok in de vulbuis en draai de dop 1/4 slag
rechtsom.
5. Verwijder de peilstok en controleer het oliepeil aan de
kant van de peilstok waar de FULL- en
ADD-markering staan (fig. 2).
1
1626
Figuur 2
1. Peilstok
6. Als het peil te laag is, vult u juist zoveel olie bij dat
het peil tot aan de FULL-markering op de peilstok
komt.
BELANGRIJK: Vul niet meer olie bij dan tot aan de
FULL-markering, omdat de motor hierdoor kan
beschadigen bij het aanzetten. Giet de olie langzaam
bij.
Benzine
Gebruik nooit benzine die nog van het vorige maaiseizoen
is overgebleven. Gebruik verse, schone loodvrije
normaalbenzine. Loodvrije benzine brandt schoner, geeft
een langere levensduur en beter starten. Loodhoudende
benzine kan worden gebruikt als loodvrije benzine niet
verkrijgbaar is.
GEVAAR
MOGELIJK GEVAAR
Tijdens het bijvullen van benzine kan onder
bepaalde omstandigheden een statische lading
ontstaan, die de benzine kan ontsteken.
WAT ER KAN GEBEUREN
Brand of explosie van benzine kan
brandwonden of schade aan eigendommen
veroorzaken.
GEVAARLIJKE SITUATIES VOORKOMEN
Benzinevaten altijd op de grond en uit de buurt
van de maaier zetten alvorens de tank bij te
vullen.
Benzinevaten nooit in een vrachtwagen of
aanhanger vullen, omdat bekleding of kunststof
beplating het vat kan isoleren en de afvoer van
statische lading kan bemoeilijken.
Indien praktisch uitvoerbaar, door benzine
aangedreven machines uit de vrachtwagen of
aanhanger verwijderen en de tank bijvullen
terwijl de machine met de wielen op de grond
staat.
Als dit niet mogelijk is, dergelijke machines op
een truck of aanhanger bij voorkeur uit een
draagbaar vat bijvullen, niet met behulp van
een vulpistool van een pomp.
Als een vulpistool moet worden gebruikt, de
vulpijp voortdurend in contact met de rand van
de brandstoftank of de opening van het vat
houden, totdat het bijvullen voltooid is.
8