A. Als u gleuven of slijtage constateert (fig. 18B en
C), dient het mes te worden vervangen. zie
Verwijderen en monteren van het mes.
B. Als het mes bot is of kerven heeft, slijpt u het mes.
zie Verwijderen, Slijpen, Balanceren en Monteren
van het mes.
C. Als er geen sporen van slijtage of botheid zijn, zet
u de maaier weer rechtop en drukt u de kabel op de
bougie (fig. 14).
Figuur 18
1. Wiek
2. Platte deel van het mes
GEVAAR
MOGELIJK GEVAAR
Een versleten of beschadigd mes kan breken en
in een dergelijk geval kan een stuk van het mes
worden uitgeworpen naar bestuurder of
omstanders.
WAT ER KAN GEBEUREN
Een uitgeworpen stukje mes kan bestuurder of
omstanders ernstig verwonden of zelfs doden.
GEVAARLIJKE SITUATIES VOORKOMEN
Controleer het mes regelmatig op slijtage of
beschadigingen.
Vervang een versleten of beschadigd mes.
Verwijderen van het mes
1. Pak het uiteinde van het mes vast met behulp van een
oude lap of dikke gewatteerde handschoen.
2. Verwijder de mesbout, de klemring, de versneller en
het mes (fig. 19).
1
2
1
3
4
270
3. Slijtage
4. Gevormde gleuf
4
3
2
1
1. Mesbout
2. Klemring
3. Versneller
Slijpen van het mes
Met behulp van een vijl de bovenkant van het mes slijpen,
waarbij u de oorspronkelijke snijhoek in stand houdt
(fig. 20).
1. Slijp alleen onder deze
hoek
N.B.: Als u aan beide snijranden evenveel materiaal
verwijdert, blijft het mes in balans.
Balanceren van het mes
1. Controleer de balans van het mes door het met het gat
in het midden over een spijker of schroevedraaier te
hangen, die horizontaal in een bankschroef geklemd is
(fig. 21).
N.B.: U kunt de balans ook controleren met behulp van een
mesbalans, die in elke ijzerwarenwinkel verkrijgbaar is.
2. Als één van de uiteinden van het mes omlaag draait,
vijlt u nog wat materiaal aan die kant weg (niet van de
snijrand of het uiteinde bij de snijrand). Het mes is in
balans als geen van beide uiteinden omlaag beweegt.
16
5
Figuur 19
4. Mes
5. Mesaandrijver
1
153
Figuur 20
1007
Figuur 21
1627