De maaier mag nooit met draaiende motor worden
opgetild of gedragen.
Motor stoppen en bougiekabel losmaken:
voordat u verstoppingen verwijdert of de
afvoertunnel ontstopt
vóór controles, reiniging of andere werkzaamheden
aan de maaier
als u een vreemd voorwerp raakt. Controleer de
maaier op beschadigingen en voer alle benodigde
reparaties uit alvorens hem weer te gebruiken
als de maaier abnormaal trilt (direct controleren)
Zet de motor af:
als u de maaier onbeheerd achterlaat
voor het bijvullen van brandstof
Zet de gashendel terug voordat u de motor afzet. Als
de machine met een brandstofafsluitklep is uitgerust,
draai deze dan dicht als het maaiwerk voltooid is.
Rijd niet te snel als u een aan de achterzijde
bevestigde zitting gebruikt.
Onderhoud en stalling
Draai alle moeren, bouten en schroeven regelmatig
strak aan, zodat de machine steeds veilig in gebruik is.
Als er zich brandstof in de tank bevindt de maaier niet
opbergen in een afgesloten ruimte waar
benzinedampen in contact met open vuur of vonken
kunnen komen.
Overzicht van symbolen
Veiligheidsalarm -
symbool in de
driehoek geeft het
gevaar aan
Veiligheidsalarm
Lees de bedienings-
handleiding
Laat de motor afkoelen voordat u de maaimachine in
een afgesloten ruimte opbergt.
Om brandgevaar te beperken dienen motor,
geluiddemper, accucompartiment en de omgeving van
de brandstoftank steeds te worden vrijgemaakt van een
overmaat aan vet, gras, bladeren en opgehoopt vuil.
Controleer de grasvangzak regelmatig op slijtage en
beschadigingen.
Vervang versleten of beschadigde onderdelen ten
behoeve van een veilig gebruik.
Als de brandstoftank moet worden leeggemaakt, dient
dit buiten plaats te vinden.
Geluidsdruk
Dit apparaat produceert een geluidsdruk aan het oor van
de bestuurder van 85 dB(A), op basis van metingen van
identieke machines volgens Richtlijn 81/1051/EEG.
Geluidsvolume
Dit apparaat produceert een geluidsvolume van 100 LwA,
op basis van metingen van identieke machines volgens
Richtlijn 84/538/EEG.
Trillingsniveau
Dit apparaat produceert een maximum hand–arm
trillingsniveau van 8.0 m/s
identieke machines volgens
EN 1033.
Veiligheidsschermen
niet openen of
verwijderen terwijl de
motor loopt
Afsnijden van tenen
en vingers, draaiend
maaimes. Blijf uit de
buurt van het
maaimes zolang de
motor loopt
Om beschadiging van
mes bij fijnmaken te
voorkomen versneller
gebruiken als maaier
is uitgerust met een
fijnmaakhulpstuk
4
2
, op basis van metingen van