Dit apparaat heeft een waarschuwings-
systeem, waarmee wordt voorkomen
dat de temperatuur in het apparaat on-
gemerkt stijgt en dat er te veel energie
verloren gaat, bijv. wanneer de deur
openstaat.
Temperatuuralarm
Is de temperatuur in de diep-
vrieszone vrij lange tijd hoger dan
-18 °C, controleer dan of de diep-
vriesproducten geheel of gedeeltelijk
zijn ontdooid.
Is dat het geval, gebruik deze levens-
middelen dan zo snel mogelijk of
kook of braad ze, alvorens ze op-
nieuw in te vriezen!
Wanneer de temperatuur in het appa-
raat te veel stijgt, gaat er een zoemer en
begint alarmsymbool in het display
te knipperen.
Of het apparaat een temperatuur te
hoog of te laag vindt, is afhankelijk van
de ingestelde temperatuur.
Temperatuur- en deuralarm
Het temperatuuralarm treedt bijv. in
werking als
– u het apparaat inschakelt en de tem-
peratuur in het apparaat te veel ver-
schilt van de temperatuur die u heeft
ingesteld,
– u ingevroren levensmiddelen hersor-
teert of uit het apparaat neemt en er
daarbij te veel warme lucht naar bin-
nen stroomt,
– u een vrij grote hoeveelheid levens-
middelen invriest,
– u verse levensmiddelen invriest die
nog warm zijn,
– er een stroomstoring is geweest,
– het apparaat defect is.
Zodra de juiste temperatuur weer is be-
reikt, schakelt de zoemer uit en dooft
alarmsymbool .
Temperatuuralarm voortijdig uitscha-
kelen
Hindert de zoemer u, dan kunt u deze
voortijdig uitschakelen.
Tip daarvoor de toets voor het uit-
schakelen van het temperatuuralarm
aan.
De zoemer schakelt uit.
Het alarmsymbool blijft branden tot-
dat de storing voorbij is.
23