Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Detectorlocaties; Standalone Gebruik; Gebruik In Fs2000 Systeem; Overzicht - Honeywell Fire Sentry SS4-AUV Installatie- En Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Model SS4-AUV/-AUV2 Ultraviolet (UV) digitale elektro-optische branddetectors
Installatie- en bedieningshandleiding
MAN0927_V3_1510-005_Rev H_06-13
Toepassingen van de model SS4-AUV/-AUV2 detectors zijn onder andere magazijnen, vliegtuighangars,
petrochemische installaties, gasturbines en krachtcentrales.
1.1.4

Detectorlocaties

Voor onbelemmerde werking als het gaat om de plaatsing van de detector in toepassingsgebieden, moet u
haarden, anders dan brand, vermijden die tot een vals alarm kunnen leiden, zoals plaatsen waar
lasapparatuur of gasbranders, hoogspanningsbronnen van EMI of RFI of kunstmatig licht dat rechtstreeks
op de detector is gericht worden gebruikt. Locaties waar sterke mechanische of akoestische trillingen
aanwezig zijn, moeten ook worden vermeden. Voor de beste prestaties moet u de detector(s) zo dicht
mogelijk bij de potentiële brandhaard plaatsen, bij voorkeur langs de as van de zichtkegel. Monteer
voldoende detectors om het brandgevaarlijke gebied volledig te beschermen. Zorg ervoor dat de detector
goed te bereiken is voor het reinigen van de lens. Zorg er daarnaast voor dat de detector zo goed mogelijk
beschermd is tegen mist, regen, ijs, stof, gevaarlijke atmosferen en andere nadelige elementen. Gebruik
indien nodig de stalen zwenkarm (model SM2) of 316 roestvrij stalen zwenkarm (model SM4) voor meer
flexibiliteit in de bevestigingsplaatsen (zie Figuren 4 en 5).
1.2

Standalone gebruik

Voor een op zich zelf staande detector is detector model SS4-A/-A2 te gebruiken om te koppelen aan een
goedgekeurde transmitter of controller/ panneel. De detector die in de standalone modus wordt gebruikt,
maakt gebruik van de brand-, fout- en controlerelais (de laatste is optioneel) of optionele 4 tot 20 mA
spanningsbron (FSC model MA420-4 module, zie Sectie 4.3) om samen te werken met de door FM/UL
goedgekeurde brand-/beveiligingscentrales. Voor standalone gebruik wordt het foutrelais van de detector
automatisch geconfigureerd door de ingebouwde microprocessor. De ingangsspanning van de model
SS4-AUV/-AUV2 detector is circa 15 mA hoger in standalone modus dan bij gebruik van het FS2000
systeem.
OPMERKING: Het foutrelais is niet beschikbaar wanneer de detector is aangesloten op het FS2000
systeem.
1.3

Gebruik in FS2000 systeem

Voor gebruik in het FS2000 systeem worden de model SS4-AUV/-AUV2 brand- en foutsignalen digitaal
verzonden naar de controller van het FS2000 systeem met de vier-draads FS2000 FireBus. De FireBus
levert 24 volt DC voeding voor de detector en RS-485 digitale communicatie (Zie Fire Sentry document
MN0003: 'FS2000 SYSTEEM VOOR VROEGE WAARSCHUWING VOOR BRAND - INSTALLATIE- en
BEDIENINGSHANDLEIDING').
rechtstreeks aansluiten op het brandalarmrelais van de detector.
OPMERKING: Wanneer de model SS4-AUV/-AUV2 detector wordt aangesloten op het FS2000 systeem
met gebruikmaking van FireBus communicatie, schakelt de controller automatisch het foutrelais van de
detector uit.
1.4

Overzicht

1.4.1

Model SS4-AUV/-AUV2 detector

Versie SS4-AUV: Er zitten twee (2) LEDs op de model SS4-AUV detector, die de status van de detector
weergeven. Tijdens normaal bedrijf knipperen beide LEDs elke 10 seconden.
Als de detector alarm slaat in verband met een brand, wordt het brandrelais bekrachtigd en worden beide
LEDs ingeschakeld in onderstaande volgorde. Een LED wordt direct ingeschakeld en de tweede LED zal
enkele seconden snel knipperen om aan te geven dat de FirePic-spectra van de detector permanent
worden opgeslagen in het vaste geheugen van de detector (FirePic is de seconden aan spectrale
gegevens van de detector die voorafgaan aan een alarmgebeurtenis). Zodra de FirePic-gegevens zijn
opgeslagen, blijft de tweede LED branden. Bij deze versie gaan de brandalarm-LEDs aan en blijven aan
tot de stroomtoevoer naar de eenheid in normale cyclus is verlopen (is uitgezet en weer aangezet).
Indien de detector een Fout meldt, wordt het foutrelais ontkrachtigd en wordt één (1) LED ingeschakeld
(de LED zal niet gaan branden als de fout een 'geen stroom fout' is). Zodra de fouttoestand, bijvoorbeeld
een 'lage spanning fout' wordt opgeheven, keert de detector automatisch terug naar normaal bedrijf.
OPMERKING: Fouten veroorzaakt door een te grote ingangsspanning of door temperaturen die buiten het
bedrijfsbereik liggen, moeten door de fabriek opnieuw worden gecertificeerd. Opnieuw certificeren is nodig
wanneer een fout wordt aangegeven doordat beide LEDs snel knipperen (met frequentie rond 2 Hz).
Versie SS4-AUV2: De werking van deze eenheid is identiek aan de SS4-AUV, met als enige verschil dat
de brandalarm-LEDs uitschakelen zodra het brandgevaar is opgeheven, zonder dat het apparaat opnieuw
opgestart hoeft te worden.
1.4.2

Detectiebereik en detectiehoek

Het detectiebereik van de SS4-AUV/-AUV2 is ter plaatse aan te passen van 5 tot 20 meter in stappen van
5 meter bij een benzinebrand in een brandbak van 0,3 x 0,3 m binnen 5 seconden.
Voor speciale alarmtoepassingen op afstand kunnen gebruikers ook
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fire sentry ss4-auv2

Inhoudsopgave